ROTTERDAM – Een beroepschauffeur is ten onrechte op staande voet ontslagen nadat hij positief testte op cannabis tijdens een speekseltest. Dat heeft de kantonrechter in Rotterdam donderdag 6 november bepaald. Volgens de rechtbank was niet aangetoond dat de chauffeur daadwerkelijk onder invloed verkeerde, en had zijn werkgever geen duidelijk sanctiebeleid.
De chauffeur, die sinds 2011 in dienst was bij een transportbedrijf, werd in juni 2025 ontslagen nadat de politie hem een rijverbod van 24 uur had opgelegd. De politie nam de speekseltest af terwijl hij tijdens zijn pauze met de vrachtwagen op een parkeerplaats stond. Omdat geen bloedonderzoek werd uitgevoerd, is nooit vastgesteld dat de wettelijke grens voor cannabisgebruik werd overschreden.
Geen dringende reden voor ontslag
De werkgever beriep zich op een zogenoemd zero tolerance-beleid voor alcohol en drugs, maar de rechter stelde vast dat dit beleid onduidelijk was en niet consequent werd toegepast. Volgens het interne alcohol-, drugs- en medicijnbeleid (ADM-beleid) van het bedrijf had de werknemer eerst recht op een gesprek of contra-expertise in plaats van direct ontslag.
De kantonrechter oordeelde dat er daarom geen sprake was van een dringende reden voor ontslag. Daarbij speelde ook mee dat de chauffeur een onberispelijk dienstverband van veertien jaar had, recent vader was geworden en nooit eerder problemen had gehad met alcohol- of drugsgebruik.
Werkgever moet schadevergoeding betalen
De werkgever moet de chauffeur een transitievergoeding van €22.530 en een vergoeding voor onregelmatige opzegging van €17.747 bruto betalen. De rechter kende geen extra billijke vergoeding toe, omdat de chauffeur volgens de rechtbank met deze bedragen voldoende is gecompenseerd.



