MAASTRICHT – De rechtbank Limburg heeft in een civiele procedure tussen twee transportbedrijven uitspraak gedaan over een conflict rond onbetaalde facturen en de verkoop van een bestelauto. De kantonrechter oordeelde dat het gedaagde bedrijf ruim € 4.200 aan openstaande facturen moet voldoen, plus de koopprijs van € 5.000 voor een auto die nooit correct is overgeschreven.
Geschil over facturen en bestelauto
Het ene transportbedrijf had in opdracht van het andere diverse ritten uitgevoerd. Hiervoor waren vier facturen gestuurd ter waarde van ruim € 13.000. Een deel was betaald, maar uiteindelijk bleef er een bedrag van ruim € 4.200 onbetaald. De rechter bepaalde dat dit restant alsnog moet worden voldaan, inclusief wettelijke handelsrente.
Daarnaast speelde een geschil over de verkoop van een Peugeot Bipper. De koper stelde dat de auto niet op naam kon worden gezet omdat de vereiste documenten ontbraken. Daardoor is de koopovereenkomst door de rechter ontbonden. Het verkopende transportbedrijf moet de koopprijs van € 5.000 terugbetalen, vermeerderd met rente indien dit niet tijdig gebeurt.
Boetes niet verhaald
Het verkopende bedrijf had ook geprobeerd verkeersboetes, die na de verkoop met de auto waren begaan, op de koper te verhalen. De rechter wees dit af, omdat de tenaamstelling nooit correct was afgerond en de koper de auto formeel dus niet op naam had.
Proceskosten
Omdat het verkopende transportbedrijf grotendeels ongelijk kreeg, moet het ook de proceskosten van de tegenpartij, ter hoogte van € 339, betalen.
