DEN HAAG – Het Gerechtshof Den Haag heeft geoordeeld dat de RDW aansprakelijk is voor schade die een vrachtwagenchauffeur heeft geleden nadat zijn aanvraag om een buitenlands vakbekwaamheidsdocument om te wisselen naar een Nederlands document onterecht werd afgewezen. De man liep hierdoor inkomsten mis, omdat hij in de veronderstelling verkeerde dat zijn code 95 niet meer geldig was.
De zaak draait om een besluit van de RDW uit februari 2017, waarbij de aanvraag van de chauffeur om zijn in België behaalde nascholing te laten registreren werd afgewezen. Volgens de RDW kon destijds niet worden vastgesteld dat de man daadwerkelijk in België werkzaam was. De Raad van State vernietigde dat besluit in 2019 en de RDW keurde de aanvraag later alsnog goed.
Europese richtlijn en coulanceregeling
Voor beroepschauffeurs geldt op grond van een Europese richtlijn (2003/59/EG) dat zij iedere vijf jaar een nascholing moeten volgen om hun vakbekwaamheid (code 95) te behouden. Die nascholing mag in een andere EU-lidstaat worden gevolgd wanneer de chauffeur daar werkzaam is. Voor chauffeurs die hun nascholing vóór de invoering van deze verplichting hadden afgerond, gold bovendien een coulanceregeling: de code 95 bleef dan nog geldig tot 2020 (voor categorie D) of 2021 (voor categorie C).
De betrokken chauffeur had al vóór 2016 voldoende nascholing gevolgd in Nederland, maar volgde in 2016 ook nascholing in België. Omdat de RDW deze Belgische nascholing niet erkende, ging hij er vanuit dat zijn code 95 ongeldig was geworden. In werkelijkheid bleef zijn rijbewijs mét code 95 nog jarenlang geldig.
Hoger beroep
De chauffeur stelde de RDW aansprakelijk voor gederfde inkomsten. De rechtbank kende hem eerder ruim € 8.600 aan schadevergoeding toe. In hoger beroep heeft het hof dit bedrag verhoogd naar bijna € 13.000.
Het hof oordeelde dat de RDW de man actief had moeten informeren dat zijn code 95 ondanks de afwijzing nog steeds geldig was op grond van de coulanceregeling. Daarmee had de RDW kunnen voorkomen dat de chauffeur drie jaar lang dacht dat hij niet mocht werken. Tegelijkertijd rekent het hof het de chauffeur aan dat hij zelf geen navraag deed bij de RDW of het CBR. Daarom moet de schade voor 75 procent worden vergoed door de RDW en voor 25 procent voor rekening van de chauffeur blijven.
De RDW moet in totaal € 12.959,99 aan schadevergoeding betalen, verminderd met het bedrag dat eerder door de rechtbank was toegekend. Beide partijen dragen hun eigen proceskosten in hoger beroep.
