UTRECHT – Treinkaartjes worden niet duurder door het cao-akkoord dat NS woensdagochtend heeft bereikt met vakbonden. Dit zegt een woordvoerder van de spoorvervoerder.
NS en vakbonden hebben afgesproken dat de lonen per 1 maart 2025 met 4 procent omhooggaan. Per 1 maart 2026 komt daar nog eens 3 of 3,5 procent bij, afhankelijk van de functiegroep van een medewerker. De loonstijgingen houden volgens de woordvoerder geen direct verband met de prijs van treinkaartjes. “De prijs is gebonden aan strenge regels en afspraken met het ministerie”, legt hij uit.
Demissionair staatssecretaris Thierry Aartsen (Openbaar Vervoer) zei vorige maand al dat de ticketprijs in 2026 6 tot 9 procent hoger zal zijn. In november wordt de definitieve prijs bekendgemaakt. De inflatie en de kosten die het bedrijf maakt voor het gebruik van het spoor bepalen volgens de NS-woordvoerder de prijs van een kaartje volgend jaar.
Kostenbesparingen
De woordvoerder weet nog niet waar NS de nieuwe cao precies van betaalt. Het bedrijf kijkt daarvoor naar de kosten, andere inkomsten naast treinkaartjes en de plannen voor volgend jaar. De spoorvervoerder is de komende jaren al bezig met kostenbesparingen. Het bedrijf wil vanaf 2028 de structurele kosten met 200 miljoen euro verminderen door onder meer het hoofdkantoor te laten krimpen en te besparen op inhuur, IT en huisvestingskosten.
NS heeft het financieel moeilijk. In de eerste jaarhelft boekte het bedrijf een nettoverlies van miljoenen euro’s. NS zei toen dat de kosten hoger blijven dan de opbrengsten uit de kaartjesverkoop en abonnementen.