’s-HERTOGENBOSCH – De rechtbank Oost-Brabant heeft op maandag 14 juli 2025 een 22-jarige transportondernemer veroordeeld voor het in dienst nemen van vier illegale Turkse vrachtwagenchauffeurs. De mannen verbleven zonder verblijfsvergunning in Nederland en beschikten niet over de verplichte tewerkstellingsvergunningen. De verdachte moet een taakstraf van 180 uur uitvoeren en kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaar.
De feiten vonden plaats in de periode van juni tot en met augustus 2020. De rechtbank acht bewezen dat de verdachte wist – of ernstige reden had te vermoeden – dat de vier chauffeurs geen rechtmatig verblijf in Nederland hadden. Desondanks liet hij hen rijden voor zijn transportbedrijf, betaalde hen contant uit en droeg geen loonheffingen of sociale premies af.
Combinatie van mensensmokkel en illegale arbeid
De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich structureel schuldig heeft gemaakt aan zowel mensensmokkel uit winstbejag als het tewerkstellen van illegale vreemdelingen. De feiten zijn in zogeheten eendaadse samenloop gepleegd: de illegale tewerkstelling maakte het verblijf in Nederland mogelijk en vormde zo één ondeelbaar feitencomplex.
Volgens de rechtbank heeft de ondernemer met zijn handelen niet alleen het migratiebeleid van de overheid ondermijnd, maar ook de sociale rechtsstaat en arbeidsmarkt geschaad. De betrokken chauffeurs waren extra kwetsbaar doordat ze zonder contract werkten en geen beroep konden doen op enige vorm van bescherming of rechten.
Strafvermindering door overschrijding redelijke termijn
Hoewel de officier van justitie een taakstraf van 240 uur had geëist, heeft de rechtbank de straf met 60 uur verminderd vanwege overschrijding van de redelijke termijn. De feiten dateren van bijna vijf jaar geleden en de zaak werd pas in maart 2023 in onderzoek genomen.
Ook hield de rechtbank bij de strafmaat rekening met de jonge leeftijd van de verdachte ten tijde van de feiten. Hij had het bedrijf kort na zijn 18e overgenomen van zijn vader en broer, die eerder al voor soortgelijke feiten waren veroordeeld. Er zijn aanwijzingen dat hij onder familiedruk heeft gehandeld.
De rechtbank hoopt dat de voorwaardelijke gevangenisstraf een afschrikwekkende werking heeft en herhaling voorkomt.
