APELDOORN – De rechtbank Gelderland heeft geoordeeld dat de burgemeester van Apeldoorn de woning van een transportondernemer drie maanden mag sluiten na de vondst van een grote hoeveelheid cocaïne en contant geld. Het verzoek van de ondernemer om die sluiting via een voorlopige voorziening tegen te houden, is afgewezen.
Bij een politiecontrole op 23 april 2025 werd in een voertuig een tas met bijna 94.000 euro aangetroffen. Vervolgens doorzocht de politie meerdere woningen, waaronder die van de Apeldoornse ondernemer. Daar vond men ruim 438 gram cocaïne, een bedrag van 81.660 euro in contanten, een grote weegschaal en zogenoemde strijkzakken, die vaak worden gebruikt om hennep luchtdicht te verpakken. Ook werd in het rapport vermeld dat de man in 2022 eerder is aangehouden wegens drugshandel.
De burgemeester besloot op basis van artikel 13b van de Opiumwet de woning te sluiten. De ondernemer verzette zich daartegen en stelde dat de drugs toebehoorden aan een bekende die om medische redenen zou gebruiken. Het aangetroffen contante geld, zo verklaarde hij, was bestemd voor de aanschaf van twee bakwagens voor zijn transportbedrijf. Ook gaf hij aan dat de weegschaal slechts als keukenweegschaal werd gebruikt.
De voorzieningenrechter ging hier niet in mee. Volgens de rechtbank is de hoeveelheid drugs vele malen groter dan de grens voor eigen gebruik en duiden de aangetroffen goederen op handel. De uitleg van de ondernemer over het contante geld en de aanwezigheid van de weegschaal en strijkzakken werd ongeloofwaardig bevonden.
De rechter oordeelde dat de sluiting noodzakelijk is om de woning aan het drugscircuit te onttrekken en dat de maatregel niet onevenwichtig is, ondanks de persoonlijke gevolgen voor de ondernemer. Daarmee kan de burgemeester de woning drie maanden gesloten houden.