DEN HAAG – Van de 221.000 mensen die in 2022 een WW-uitkering ontvingen, had ruim de helft (51 procent) een jaar later weer een baan gevonden. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Met name jongeren tot 25 jaar hervatten relatief snel het werk. Ook blijkt dat bijna een op de vijf werkhervatters aan de slag gaat via een uitzendbureau.
Een kwart van de nieuwe WW’ers had na een jaar nog steeds geen werk, maar ook geen recht meer op een uitkering. Zo’n 21 procent ontving na twaalf maanden nog steeds een WW-uitkering. Slechts 2 procent stroomde na een jaar uit de WW met een bestaande baan die al tijdens de uitkering werd behouden. Of mensen als zelfstandige aan de slag gingen, is in deze cijfers niet meegenomen.
Jongeren hervatten het snelst werk
Voor jongeren tussen de 15 en 25 jaar is de kans op werkhervatting het grootst: 64 procent had na twaalf maanden een nieuwe baan zonder WW. In de leeftijdsgroep 25 tot 35 jaar ligt dat aandeel op 61 procent. Naarmate de leeftijd stijgt, daalt ook de kans op werkhervatting. Voor mensen tussen de 55 jaar en de AOW-leeftijd vond slechts 31 procent binnen een jaar weer betaald werk.
Uitzendbureaus belangrijkste werkgever voor werkhervatters
Van alle mensen die na de WW opnieuw aan de slag gingen, vond 19 procent werk bij een uitzendbureau. Andere populaire sectoren onder werkhervatters zijn de handel (14 procent) en de zorg (12 procent). De financiële dienstverlening en de sector sport, cultuur en recreatie trekken relatief weinig voormalige WW’ers aan (minder dan 2 procent).
Vooral jongeren tot 25 jaar (24 procent) en ouderen vanaf 55 jaar (21 procent) vinden relatief vaak opnieuw werk via een uitzendbureau. In de leeftijdsgroepen tussen de 25 en 55 ligt dat aandeel lager.
