DEN HAAG – De Rechtbank Den Haag heeft een vader veroordeeld voor een poging tot zware mishandeling van zijn vijf maanden oude zoontje. De man krijgt een gevangenisstraf van 300 dagen, waarvan 240 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar.
Aan het voorwaardelijke deel zijn meerdere voorwaarden verbonden, waaronder een verplichte behandeling voor zijn persoonlijkheidsproblematiek.
Meerdere botbreuken
De zaak draait om een incident dat in december 2023 plaatsvond in Hillegom. De vader werd ervan beschuldigd zijn zoon opzettelijk zwaar lichamelijk letsel te hebben toegebracht.
Volgens de rechtbank staat vast dat hij de baby hard heeft vastgepakt en vastgehouden en het kind met kracht tegen zich aan heeft gedrukt. Daarbij liep het jongetje meerdere botbreuken op. De rechtbank oordeelt dat de man, gezien de gebruikte kracht, de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat zijn handelen zou leiden tot zwaar lichamelijk letsel.
Grote impact op kind
De baby moest na het incident worden opgenomen in het ziekenhuis, waar hij talrijke onderzoeken en scans onder narcose onderging. Ook werd zijn linkerarmpje in het gips gezet.
Na ontslag uit het ziekenhuis werd het kind uit huis geplaatst en tijdelijk opgevangen door zijn grootouders. Na ruim drie maanden volgde terugplaatsing bij zijn moeder.
Volgens de rechtbank is de impact van het handelen van de verdachte op zijn zoontje “immens” geweest. Het kind is pijn gedaan en zijn prille leven is ingrijpend verstoord.
Beperkte verantwoordelijkheid
De rechtbank rekent het de vader zwaar aan dat hij beperkt verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen. Hij heeft geen duidelijkheid gegeven over wat er precies is gebeurd.
Terwijl zijn zoontje nog in het ziekenhuis lag, probeerde hij volgens de rechtbank een verhaal te construeren waarbij zijn ouders en oma moesten meewerken. Toen zij weigerden om voor hem te liegen, kwam de verdachte met het scenario dat hij een black-out zou hebben gehad.
Straf en voorwaarden
Naast de deels voorwaardelijke gevangenisstraf legt de rechtbank een proeftijd van drie jaar op. Die proeftijd moet voorkomen dat de verdachte zich aan behandeling onttrekt. De rechtbank verwacht dat een intensief behandeltraject noodzakelijk is om herhaling te voorkomen en gedragsverandering te bereiken.



