DEN HAAG – Nederland moet een aantal moeilijke keuzes maken om investeringen te stimuleren en zijn welvaart te behouden. Dat schrijft oud-ASML-topman Peter Wennink in zijn rapport dat hij op verzoek van het kabinet schreef.
Om Nederland van het stikstofslot te halen moet ingegrepen worden in de melkveehouderij, staat in het rapport. Ook moet het stelsel voor sociale zekerheid op de schop en sommige energieslurpende industrieën kunnen best uit Nederland verdwijnen, schrijven Wennink en medeopstellers van het rapport.
Wenninks rapport gaat in op de vraag hoe Nederland in de toekomst voldoende geld blijft verdienen. Om zaken als zorg, defensie en energietransitie te blijven bekostigen zou de economie jaarlijks 1,5 tot 2 procent moeten groeien, een stuk meer dan nu wordt verwacht.
Daarvoor zijn volgens het rapport forse investeringen nodig, met ramingen tussen de 151 miljard en 187 miljard euro extra tot 2035. Dat geld moet naar de productiefste en strategisch belangrijkste sectoren zoals kunstmatige intelligentie, veiligheid, biotechnologie en klimaat. Dat is ook nodig om minder afhankelijk te worden van de Verenigde Staten en China.
Harde keuzes
Maar de “randvoorwaarden” zijn niet op orde om die investeringen mogelijk te maken. Zo moeten vergunningen sneller geregeld worden, het overvolle stroomnet uitgebreid en de energiekosten omlaag.
De harde keuzes vallen volgens Wennink onder andere in de landbouw. Om Nederland van het stikstofslot te halen moet via opkoopregelingen worden ingegrepen in de rundveehouderij, die verantwoordelijk is voor veel stikstof in natuurgebieden.
Arbeidsmarkt
Ook in energie-intensieve industrieën moeten harde keuzes worden gemaakt. Het liefst ziet Wennink de staalproductie, raffinaderijen en chemie niet uit ons land verdwijnen. Die leveren de materialen voor hoogwaardige producten en zijn van strategisch belang. Maar voor bijvoorbeeld de papierindustrie geldt dat veel minder.
Op de arbeidsmarkt is volgens het rapport eveneens ingrijpen nodig. Het socialezekerheidsysteem zou nog zijn ingericht op de vorige eeuw. Om start-ups en mkb’ers te laten groeien is het juist nodig dat vaste contracten minder vast worden, en flexcontracten juist meer zekerheid bieden. Nu is het nog duur om te reorganiseren. Dat maakt het lastig voor bedrijven om zich aan nieuwe omstandigheden aan te passen, aldus Wennink.



