PARIJS – De Nederlandse tak van Air France-KLM blijft het zorgenkindje binnen de luchtvaartcombinatie. Het luchtvaartconcern wist een iets hogere winst te boeken, maar KLM werd in het derde kwartaal minder winstgevend. De luchtvaartmaatschappij kampte onder andere met dure stakingen bij het grondpersoneel en hogere tarieven op Schiphol.
De omzet van Air France-KLM steeg het afgelopen kwartaal op jaarbasis net geen 3 procent tot 9,2 miljard euro. Het aantal vluchten steeg, vooral bij budgetdochter Transavia, maar de opbrengsten per vlucht daalden. De operationele winst, dus het resultaat dat het concern met zijn activiteiten behaalt, steeg met net geen 2 procent tot 1,2 miljard euro. Die iets hogere winst dankte Air France-KLM met name aan gunstigere brandstofprijzen.
Maar waar bij Air France de toch al hogere winstmarge verder steeg, maakte KLM per euro omzet juist minder winst. Bij KLM daalde de operationele winst met 54 miljoen euro naar 341 miljoen euro. Bij Air France steeg het resultaat juist met 67 miljoen euro naar 799 miljoen euro.
De drie stakingen in september van het grondpersoneel van KLM kostten het bedrijf tientallen miljoenen euro’s. Daarnaast verhoogde thuisbasis Schiphol de havengelden in 2025 opnieuw fors, wat KLM op extra kosten joeg.
Ook had KLM er in vergelijking met Air France meer last van dat de vraag naar goedkopere vluchten onder druk staat. Die trend is onder andere het gevolg van het strengere immigratiebeleid onder president Donald Trump in de Verenigde Staten. Dat maakt potentiële reizigers huiverig om naar het land af te reizen.
De winstmarges van KLM zijn nog altijd ver verwijderd van het niveau van voor de coronapandemie. In het najaar van 2024 kondigde de luchtvaartmaatschappij ingrepen aan om daar wat aan te doen, onder andere via kostenbesparingen en pogingen productiever te worden. Tegelijkertijd kampte KLM de afgelopen kwartalen met tekorten aan technici en piloten, wat het lastig maakt om de loonkosten in toom te houden.
