AMSTERDAM – In de laatste maand van Kick Out Zwarte Piet voert de beweging met tien gemeenten en intochtcomités gesprekken over het uiterlijk van de zwarte pieten tijdens de sinterklaasintocht. Het gaat om gemeenten waar aan de karikatuur of hoeveelheid zwarte schmink weinig is veranderd, of waar de houding is “het kan ons niet schelen wat de gevolgen zijn voor de zwarte gemeenschap, we doen wat we willen”, zegt voorman Jerry Afriyie.
Na vijftien jaar is de laatste maand van Stichting Nederland Wordt Beter ingegaan, en daarmee ook van het onderdeel KOZP. De stichting heeft in die jaren haar drie doelen behaald om racisme in Nederland aan te kaarten en kan zich zoals vooraf bedacht na 5 december 2025 opheffen.
Vijftien jaar geleden wist 99 procent in Nederland niets van Keti Koti, herinnert medeoprichter Afriyie zich. Op die dag wordt het slavernijverleden herdacht. “Het was een grote niche-dag.” Nu is er een nationale herdenking op 1 juli. “Met live-uitzendingen op radio en tv en een nieuw nationaal comité dat zorgt voor een waardige representatie.” Over het koloniale verleden van Nederland wordt nu op scholen lesgegeven, net als over slavernij en racisme, aldus Affriyie.
De campagne Kick Out Zwarte Piet werd opgericht om het sinterklaasfeest inclusief te maken voor alle Nederlanders. De beweging organiseerde demonstraties bij intochten waar pieten volledig zwart waren, rode lippen en kroeshaar hadden en zich dom gedroegen. Het leverde lang verzet op, maar in 2024 hoefde KOZP na tientallen gesprekken nergens meer te demonstreren.
Dit laatste jaar worden nog tien gemeenten aangespoord meer te doen voor een inclusief kinderfeest. “Waar alleen een beetje roet is weggehaald, maar de karikatuur nog is te zien”, legt Afriyie uit. “We zijn in gesprek, maar zien ook standvastigheid.” KOZP “demonstreert liever niet, maar gaat het niet uit de weg waar nodig.”
Op 6 december zijn KOZP en NLWB niet meer bereikbaar. “We gaan geen seconde langer door. Hierna is de winkel dicht.” Over wat NLWB in vijftien jaar heeft bereikt, is zaterdag een tentoonstelling geopend. Die is tot 1 februari te zien. Ook volgen mini-exposities in zes provincies “om niet alleen het stokje over te dragen aan de Randstad, maar ook aan de provincie”.
“Het is surreëel dat we hier na zoveel jaar zijn”, zegt Afriyie. “Het liefst hadden we onze doelen in vijf dagen behaald, maar we zijn heel blij dat we het binnen de deadline hebben gehaald. We hebben er alles voor gegeven en het heeft zich helemaal terugbetaald.”



