’s-HERTOGENBOSCH – Het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch heeft een 50-jarige man veroordeeld voor het wederrechtelijk dwingen van een transportondernemer tot het betalen van een geldbedrag. Dat blijkt uit een woensdag door de rechtbank gepubliceerde uitspraak. De man heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige intimidatie en bedreiging om een betaling van € 8.000 af te dwingen. Ook werd hij schuldig bevonden aan een poging tot herhaalde afpersing enkele maanden later.
Het slachtoffer, eigenaar van een transportbedrijf in Bergen op Zoom, werd in 2019 door de verdachte benaderd met persoonlijke informatie en geconfronteerd met de eis om € 100.000 te betalen. Toen de ondernemer weigerde, volgden maandenlang dreigende berichten, telefoontjes en intimiderend gedrag. Onder psychische druk besloot het slachtoffer uiteindelijk € 8.000 over te maken, in de hoop van de bedreigingen af te zijn.
In september 2019 hervatte de verdachte zijn pogingen tot afpersing via tientallen berichten waarin hij aandrong op een nieuwe ontmoeting en betaling. De rechter kwalificeerde dit als poging tot wederrechtelijke dwang. Uit politieonderzoek bleek dat de verdachte tussen juni en oktober 2019 meer dan 100 berichten en oproepen verstuurde naar het slachtoffer.
Het hof legde een taakstraf van 80 uur op, evenals een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand, met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast moet de verdachte het slachtoffer € 8.000 aan materiële schadevergoeding betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en is hij veroordeeld tot het betalen van € 1.426 aan proceskosten. Een aanvullende eis voor immateriële schade van € 10.000 werd afgewezen.
Volgens het hof was sprake van “zodanige psychische druk dat het slachtoffer daaraan geen weerstand kon bieden.” Het verweer van de verdachte dat het zou gaan om een mislukte zakelijke afspraak werd door het hof als ongeloofwaardig terzijde geschoven.