TIEL – Het aantal mensen met een betalingsachterstand op hun hypotheek daalt verder. Dat meldt de stichting Bureau Krediet Registratie (BKR), die opmerkt dat er sinds 2017 elk jaar minder mensen met een betalingsachterstand bijkomen dan er uitstromen. “De daling wijst op een structurele verbetering van het betaalgedrag.”
In juni dit jaar liepen volgens het BKR ongeveer 30.000 Nederlanders minimaal drie maanden achter met hun maandelijkse hypotheekbetalingen, tegenover bijna 35.000 een jaar eerder. Het aantal hypotheekachterstanden daalde onder alle leeftijdsgroepen. De meeste komen nog altijd voor bij mensen tussen de 41 en 60 jaar, die volgens BKR ook vaak de grootste hypotheekverplichtingen hebben.
BKR benadrukt dat er nog steeds een constante aanwas is van mensen die een hypotheekachterstand oplopen, vaak door een scheiding, het verliezen van een baan of ziekte. Een kwart van alle achterstanden is binnen twee jaar verholpen, ruim een derde kampt er tien jaar of langer mee.
Restschuld
Ook het aantal mensen met een restschuld op hun hypotheek nam de afgelopen jaren flink af. Veel van die schulden zijn ontstaan na gedwongen verkoop tijdens of in de jaren na de kredietcrisis, legt BKR uit. Het aantal hypotheken op niet-eigen woningen, zoals beleggingspanden en tweede huizen, nam dit jaar verder licht af. Na een eerdere piek lijken “strengere regelgeving en aangepaste fiscale behandeling bij te dragen aan deze afname”, stelt de stichting.
BKR stelt dat Nederland het in Europese context relatief goed doet, mede door tijdige signalering, effectieve hulptrajecten en een relatief stabiele woningmarkt.
Nationale Hypotheek Garantie
In de eerste helft van 2025 zijn bovendien meer hypotheken afgesloten met Nationale Hypotheek Garantie (NHG), een vangnet bij de hypotheek waarmee huizenkopers minder financieel risico lopen. Het aantal garanties steeg volgens organisatie NHG met bijna een vijfde vergeleken met vorig jaar.
De toename van het aantal garanties verklaart NHG door een toenemend aantal opgeleverde nieuwbouwwoningen en het grote aantal woningen dat door beleggers wordt verkocht. Dat laatste gaat om een verschuiving van relatief betaalbare woningen van de huur- naar de koopsector.