EINDHOVEN – De kantonrechter in Eindhoven heeft de arbeidsovereenkomst tussen de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en een senior inspecteur gevaarlijke stoffen beëindigd, vanwege ernstig verwijtbaar gedrag van de werknemer. De man, die sinds 2006 werkzaam was bij ILT, had volgens de rechtbank zijn bevoegdheden misbruikt nadat hij een parkeerboete kreeg.
Op 25 juli 2024 parkeerde de inspecteur zijn dienstauto nabij de ILT-locatie in Zwijndrecht, waar hij later op de dag een parkeerbon aantrof. Diezelfde dag trof de ILT-inspecteur een aantal lachgascilinders aan in de berm. Dit meldde hij bij de balie aan een medewerker die vervolgens de gemeente opdracht gaf om de cilinders te verwijderen.
Toen de inspecteur terug bij zijn auto kwam zag hij de parkeerboete en reed hij direct naar het gemeentehuis om verhaal te halen bij de betreffende handhaver van de gemeente. Tijdens dat gesprek, zo blijkt uit meerdere verklaringen van gemeentemedewerkers, zou hij op dreigende toon hebben geëist dat de boete uit het systeem werd gehaald. Hij liet daarbij zijn ILT-legitimatie zien en stelde dat hij anders een proces-verbaal zou opmaken voor het onveilig vervoer van lachgascilinders door de handhaver eerder die dag.
De parkeerboete werd uiteindelijk diezelfde avond ingetrokken door de handhaver, maar leidde wel tot een formele klacht van de gemeente Zwijndrecht bij de ILT. Een intern onderzoek volgde, waarna de inspecteur werd geschorst en ILT uiteindelijk om ontbinding van het dienstverband verzocht. De rechtbank stelde vast dat de man zijn gezag als ILT-inspecteur heeft misbruikt voor een persoonlijk belang en oordeelde dat sprake was van ernstig verwijtbaar handelen.
Volgens de rechter heeft de inspecteur “in ernstige mate misbruik gemaakt van zijn bevoegdheid” en daarmee in strijd gehandeld met de integriteitsregels van de overheid. De man toonde bovendien weinig inzicht in zijn gedrag. “Hij deed het incident tijdens de zitting af als ‘een storm in een glas water’,” aldus de uitspraak.
Toch kende de rechter hem een derde van de wettelijke transitievergoeding toe, ruim 17.900 euro bruto, vanwege zijn lange en tot dusver vrijwel smetteloze staat van dienst bij ILT. Het verzoek van de inspecteur tot een aanvullende billijke vergoeding werd afgewezen.
De arbeidsovereenkomst is per 1 mei 2025 beëindigd. De inspecteur is ook veroordeeld tot het betalen van de proceskosten, die oplopen tot ruim duizend euro.