De rechtbank Rotterdam heeft geoordeeld dat de gemeente Molenlanden onvoldoende heeft gemotiveerd welke financiële gevolgen haar verkeersbesluit heeft voor lokale ondernemers. Het gaat om een vrachtwagenverbod voor doorgaand verkeer op het traject Voorstraat–Sluis in Groot-Ammers, waarbij alleen aantoonbaar bestemmingsverkeer wordt toegestaan.
Vrachtwagenverbod vanwege verkeersveiligheid
Het college van B&W besloot in januari 2022 om een geslotenverklaring voor zwaar vrachtverkeer in te stellen tussen Bergstoep en de Kerkstraat. Alleen aantoonbaar bestemmingsverkeer mag gebruik blijven maken van de route. Volgens de gemeente was de maatregel nodig vanwege de verkeersveiligheid en leefbaarheid in het smalle en drukke dorpslint.
De weg is onderdeel van een historische route met veel gemengd verkeer, beperkte wegbreedte en kwetsbare bebouwing dicht op de rijbaan. Uit een verkeersveiligheidsanalyse en advies van de politie bleek dat vermindering van zwaar verkeer de veiligheid zou verbeteren.
Ondernemers: hoge kosten door omrijden
Een groep ondernemers verzette zich tegen het besluit. Zij stelden dat het verbod leidt tot forse extra kosten omdat vrachtwagens moeten omrijden. Volgens een rapport van Graaff Traffic bedragen de extra kosten jaarlijks ruim € 200.000; inmiddels zou dit zijn opgelopen tot ongeveer € 300.000. Eén van de bedrijven zou meer dan de helft van deze schade dragen.
De rechtbank oordeelt dat de gemeente de belangen van de ondernemers onvoldoende inzichtelijk heeft meegewogen. Het college verwees in zijn besluit naar het feit dat de routes en effecten niet duidelijk zouden zijn en dat nader onderzoek “niet reëel” zou zijn. Volgens de rechtbank is dat onvoldoende: nu er al een rapport lag waarin de financiële schade is becijferd, had de gemeente dit nader moeten onderzoeken en afwegen.
Motivering moet beter
De rechtbank stelt de gemeente in de gelegenheid het gebrek te herstellen. Binnen tien weken moet de gemeente nader toelichten of en waarom de financiële benadeling van de ondernemers in een redelijke verhouding staat tot het met het verkeersbesluit te dienen doel. Daarbij kan ook worden gekeken naar mogelijke compensatie of tijdelijke ontheffingen.
Toevoeging ‘aantoonbaar’ toegestaan
De ondernemers betwistten ook de rechtmatigheid van de toevoeging van het woord “aantoonbaar” op het onderbord bij de geslotenverklaring. De rechtbank oordeelde echter dat deze toevoeging is toegestaan en niet in strijd is met de wet.
Vervolg
Het beroep van de ondernemers is gegrond verklaard. Omdat het om een tussenuitspraak gaat, volgt later nog een einduitspraak. Tegen deze tussenuitspraak staat op dit moment geen hoger beroep open.
