LEEUWARDEN – Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft bepaald dat een transportbedrijf uit Mijdrecht een schadevergoeding van ruim €10.000 moet betalen aan een handelaar in cactussen. Het hof oordeelde dat de vordering van de handelaar niet was verjaard, omdat deze tijdig was gestuit door meerdere schriftelijke verzoeken tot teruggave van emballage. Dit blijkt uit een vandaag gepubliceerde uitspraak.
Achtergrond
De cactusproducent maakte jarenlang gebruik van het transportbedrijf voor het transport van zijn producten naar het buitenland. Daarbij werden zogeheten Deense karren, platen en opzetdelen gebruikt. Omdat deze niet altijd direct retour kwamen, hielden partijen saldi bij. In 2021 constateerde het transportbedrijf een negatief saldo van onder meer 557 platen en 18 karren in haar nadeel.
Toen het transportbedrijf deze materialen niet retourneerde, sommeerde de handelaar eind 2022 via zijn rechtsbijstand dat het transportbedrijf de ontbrekende emballage of een schadevergoeding zou leveren. De kantonrechter in Lelystad kende in april 2024 de vordering toe en veroordeelde het transportbedrijf tot betaling van €10.220,56 plus proceskosten.
Hoger beroep
Het transportbedrijf ging in hoger beroep en voerde aan dat de vordering inmiddels verjaard was. Volgens het bedrijf konden de e-mails en brieven van de cactusproducent niet gelden als geldige stuitingshandelingen.
Het hof verwierp dat verweer. De rechters oordeelden dat de e-mails van februari en maart 2022 voldoende duidelijk maakten dat de producent zijn aanspraak op retourname van de emballage bleef handhaven. Daarmee was de verjaring tijdig gestuit.
Uitspraak
Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter volledig. Het transportbedrijf moet naast de schadevergoeding ook de proceskosten in hoger beroep betalen, ruim €2.000 aan griffierecht en advocaatkosten.