AMSTERDAM – De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Gideon Saar heeft verontwaardigd gereageerd op uitspraken van de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema, die zondag zei dat ze het woord pogrom niet opnieuw zou gebruiken voor het geweld tegen Israëlische voetbalsupporters. “Het statement van de burgemeester van Amsterdam is volstrekt onacceptabel”, schrijft Saar op X.
“Honderden Israëlische fans die naar een voetbalwedstrijd kwamen kijken, werden achtervolgd en aangevallen, het doelwit van een menigte die om hun paspoorten vroeg om te controleren of ze burgers van de Joodse staat waren. Er is geen ander woord voor dit dan een pogrom.” In het feitenrelaas van de gemeente Amsterdam stond dat Israëlische supporters slachtoffer werden van gewelddadige hit-and-runacties door “kleine groepen relschoppers”, nadat fans van Maccabi Tel Aviv eerder provocerende liederen hadden gezongen en onder meer een Palestijnse vlag van een gevel hadden getrokken.
Halsema had aanvankelijk gezegd dat ze zich “kon voorstellen dat het mensen doet denken aan een pogrom”, maar zou dat woord niet nog eens gebruiken. “Ik moet wel zeggen dat ik in de dagen daarna heb gezien hoe het woord pogrom heel politiek werd, eigenlijk tot propaganda”, zei ze bij Nieuwsuur. “De Israëlische regering spreekt over ‘een Palestijnse pogrom in de Amsterdamse straten’, in politiek Den Haag wordt het woord pogrom vooral gebruikt om Marokkaanse Amsterdammers, moslims, te discrimineren. Zo heb ik het niet bedoeld en zo heb ik het niet gewild”, aldus Halsema.
Saar verwerpt dat de term Israëlische propaganda is en verwijst naar andere Nederlandse politici die de term pogrom zouden hebben gebruikt: Geert Wilders (PVV), Caroline van der Plas (BBB) en Chris Stoffer (SGP). De Israëlische minister suggereert bovendien dat Halsema de ernst van het geweld van die avond niet erkent en daarom niet meer wil spreken van een pogrom. Saar heeft het op X over een “doofpot”.