DEN HAAG – Het dagelijks leven is in september 3,5 procent duurder geworden dan in dezelfde maand een jaar geleden. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van definitieve cijfers, die gelijk zijn aan de eerder gemelde snelle raming. Daarmee was de inflatie iets lager dan de 3,6 procent in augustus.
De lichte afkoeling van de inflatie kwam vooral door de ontwikkeling van de prijzen van motorbrandstoffen. Die waren in september 11,3 procent lager dan een jaar eerder. In augustus waren brandstoffen 5,6 procent goedkoper dan in dezelfde maand vorig jaar. Een liter benzine kostte in september gemiddeld 1,88 euro, in augustus was dat 1,95 euro. De prijs van een liter diesel daalde van 1,67 euro in augustus naar 1,61 euro in september.
De prijsontwikkeling van kleding had daarentegen een opwaarts effect op de ontwikkeling van de inflatie. Kleding was in september 2,1 procent duurder dan in dezelfde maand vorig jaar. In augustus waren prijzen van kleding nog 3,5 procent lager dan in augustus 2023.
Eurozone
De Nederlandse inflatie op basis van de Europese rekenmethode kwam in september uit op 3,3 procent, gelijk aan een maand eerder. Die rekenmethode is net iets anders dan die van het CBS. Bij de binnen de Europese Unie afgesproken methode om de inflatie te meten, wordt geen rekening gehouden met de kosten voor het wonen in een eigen woning.
De inflatie in Nederland ligt daarmee boven het gemiddelde van de eurozone. De inflatie in het eurogebied daalde van 2,2 procent in augustus naar 1,8 procent in september. Volgens het CBS komt het vooral door de prijsontwikkelingen van diensten en tabaksproducten dat de inflatie in Nederland hoger is dan in de eurozone.