FRANKFURT – De Europese Centrale Bank (ECB) heeft voor de vijfde keer op rij een rentepauze gehouden. De beleidsbepalers van de centrale bank besloten donderdag om de rente in de eurozone opnieuw onveranderd te laten op het recordniveau van 4 procent. Economen hadden ook verwacht dat de ECB de leenkosten nog niet zou aanpassen.
De centrale bank in Frankfurt begon halverwege 2022 met het in een recordtempo verhogen van de rente tot het huidige niveau, om de hoge inflatie in het eurogebied te bestrijden. Maar de laatste renteverhoging dateert alweer van september vorig jaar.
Bij de bekendmaking van het nieuwe rentebesluit erkende de ECB dat de inflatie al lange tijd afneemt, mede dankzij de hoge leenkosten. Tegelijkertijd wijst de centrale bank voor de eurozone erop dat de prijzen voor diensten nog altijd relatief hard stijgen.
Binnen de ECB wordt druk gediscussieerd over het moment waarop de rente verlaagd kan worden, nu de inflatie de doelstelling van 2 procent nadert. Als de centralebankiers genoeg vertrouwen hebben dat de inflatie blijvend richting die doelstelling beweegt, zegt de ECB het “gepast” te vinden om de rente te verlagen.
In maart bedroeg de inflatie in het eurogebied 2,4 procent. Op de financiële markten wordt verwacht dat de ECB bij de volgende vergadering in juni zal beginnen met het verlagen van de leenkosten.
ECB-president Christine Lagarde geeftom 14.45 uur nog een toelichting op het rentebesluit. Bij de vorige rentevergadering in maart verklaarde Lagarde dat er meer bewijs nodig is dat de inflatie in de eurozone voldoende is afgekoeld voordat de rente kan worden verlaagd. Daarbij wordt vooral gekeken naar de loonontwikkeling. Een sterke loongroei zou de inflatie namelijk weer kunnen aanjagen. Voor de rentevergadering in juni moet echter duidelijk zijn wat de impact is van de loongroei op de inflatie.
