LUXEMBURG – De Europese rechter geeft twee Russische miljardairs gelijk die de sancties aanvochten die de Europese Unie hun heeft opgelegd. De EU heeft die strafmaatregelen niet genoeg onderbouwd, zegt het Gerecht van de EU. Het is niet voor het eerst dat het hof een streep zet door EU-sancties.
De EU zette zakenlieden Michail Fridman en Petr Aven meteen na de Russische invasie van Oekraïne twee jaar geleden op haar sanctielijst. De Joods-Russische Fridman en Lets-Russische Aven mochten de unie niet meer in en konden niet meer bij hun daar ondergebrachte vermogen. De twee oprichters van het Alfa-imperium, met onder meer de grootste private bank van Rusland, zouden het regime van president Vladimir Poetin financieel en anderszins steunen en zo meewerken aan de oorlog in Oekraïne.
Uit het bewijs dat de EU aandroeg om Fridman en Aven te straffen kan worden opgemaakt dat ze dicht bij Poetin en zijn entourage staan, erkent het Gerecht. Maar niet dat ze de oorlog tegen Oekraïne of de verantwoordelijken daarvoor hebben gesteund. De sanctiebesluiten voor de periode van februari 2022 tot maart 2023 zijn daarom ongeldig.
Ondanks hun overwinning in de rechtszaal zijn de twee nog niet van de strafmaatregelen af. De Raad van de EU kan nog in hoger beroep. Bovendien staan de beter onderbouwde sancties van na maart 2023 nog overeind.
Eerder draaide de Europese rechter al sancties terug die waren opgelegd aan de Russische Formule 1-coureur Nikita Mazepin en de moeder van wijlen Wagner-baas Prigozjin. Er staan vele honderden Russen op de sanctielijst. Tientallen van hen hebben aangekondigd naar het hof in Luxemburg te stappen.
