ZEIST – De Nederlandse industrie krijgt er steeds meer nieuwe orders bij en produceert meer. Dat meldt de Nederlandse Vereniging voor Inkoopmanagement (Nevi) op basis van haar maandelijkse peiling. Volgens de organisatie zijn de verwachtingen voor de toekomstige productieomvang positiever geworden en werd er afgelopen maand ook meer personeel aangenomen.
De graadmeter van de Nevi voor de stand van zaken in de industrie steeg in juli voor de tweede maand op rij, van 51,2 in juni naar 51,9. Ieder cijfer boven de 50 wijst op groei van de bedrijvigheid in de industrie. Een tijd lang bleef de graadmeter daar onder. Volgens de Nevi, die maandelijks onderzoek doet onder ongeveer 350 inkoopmanagers, staat de toonaangevende index nu op het hoogste niveau sinds mei 2024.
Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie bij ABN AMRO, denkt dat de opgaande trend mogelijk te danken is aan het herstel van de chipmarkt. Maar door de handelsspanningen is onduidelijk of het herstel kan doorzetten.
Hoge grondstofprijzen
“De komende maanden moeten namelijk uitwijzen of de Europese export naar de Verenigde Staten verder onder druk komt”, stelt Swart in een schriftelijke toelichting. “Voor de Nederlandse industrie is het in ieder geval geruststellend dat de handelsspanningen niet verder zijn geëscaleerd en de Europese Commissie niet terugslaat met invoerheffingen op Amerikaanse producten. De Europese industrie importeert onder meer vliegtuigonderdelen uit de VS.”
De inkoopkosten voor Nederlandse fabrikanten bleven volgens de Nevi-peiling toenemen. Dit kwam vooral door hogere grondstofprijzen. Om deze kostendruk door te berekenen aan klanten, verhoogden de bedrijven in juli opnieuw hun verkoopprijzen.