WASHINGTON – Een Amerikaans hof van beroep heeft donderdag de meest verstrekkende importheffingen van president Donald Trump weer van kracht verklaard. Dat gebeurde een dag nadat een handelsrechtbank had geoordeeld dat Trump zijn bevoegdheid had overschreden bij het opleggen van deze heffingen en een onmiddellijke blokkade ervan had bevolen.
De woensdag bevolen blokkade van een groot deel van de importheffingen van Trump wordt nu opgeschort zolang er nog een beroepszaak loopt. Daarmee wordt tegemoetgekomen aan een eis van de Amerikaanse regering. Die dreigde al naar het Hooggerechtshof te stappen als de uitspraak niet onmiddellijk zou worden opgeschort.
In de verrassende uitspraak van woensdag staat dat de meeste importheffingen van de president onwettig zijn. De regering redeneerde in de rechtvaardiging van de heffingen namelijk dat er sprake is van een economische noodtoestand. Volgens het handelshof in New York deugt die argumentatie niet.
Regering
De regering kreeg tien dagen om het rechterlijke bevel uit te voeren en de heffingen te stoppen. Het gaat om Trumps wereldwijde tarief van 10 procent, zijn veel hogere “wederkerige” heffingen en tarieven gericht op China, Canada en Mexico om vermeende handel in fentanyl.
Die deadline is nu dus opgeschort. Het besluit van het zogenoemde US Court of Appeals for the Federal Circuit van donderdag bevatte geen toelichting, maar droeg de eisers in de zaak op om voor 5 juni te reageren en de regering voor 9 juni.
Handelsadviseur
Volgens Peter Navarro, handelsadviseur van het Witte Huis, verandert er voorlopig eigenlijk niets. Volgens hem zal de regering proberen de heffingen via andere wegen in te voeren als ze de rechtszaken over haar handelsbeleid zou verliezen. Hij voegde eraan toe dat de VS ook nog steeds met landen in handelsoverleg verwikkeld zijn.
De regering kreeg donderdag opnieuw een tegenslag te verwerken toen een federale rechter in Washington een afzonderlijke uitspraak deed waarin een aantal van Trumps heffingen over de handel met China en andere landen onwettig werden verklaard. In die zaak beperkte de rechter zijn beslissing echter tot de partij uit de speelgoedindustrie die de zaak had aangespannen. Hij stelde de inwerkingtreding van zijn bevel daarbij twee weken uit om de overheid de kans te geven in beroep te gaan.