LEEUWARDEN – Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft bepaald dat een vrachtwagenchauffeur terecht een boete heeft gekregen voor het rijden met een bullbar aan de voorzijde van zijn voertuig. Volgens het hof kan zo’n constructie bij een botsing het risico op ernstig letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk vergroten.
De zaak draaide om een incident in augustus 2023 in Zevenhuizen. De betrokkene kreeg een boete van € 280 opgelegd omdat zijn vrachtwagen was uitgerust met een bullbar, een metalen constructie die aan de voorzijde van het voertuig was bevestigd.
Verweer transporteur afgewezen
De transportondernemer voerde aan dat de bullbar deugdelijk was bevestigd, geen scherpe onderdelen bevatte en bovendien was goedgekeurd volgens Europese normen. Ook stelde hij dat de wetgeving alleen regels stelt voor frontbeschermingsinrichtingen bij bedrijfsauto’s tot 3.500 kilo, en dat zijn zwaardere vrachtwagen buiten die categorie viel.
Het hof volgde die redenering niet. Volgens de rechters bepaalt artikel 5.3.48 van de Regeling voertuigen dat bedrijfsauto’s – ongeacht hun gewicht – niet mogen zijn voorzien van voorzieningen die bij een botsing de kans op lichamelijk letsel aanzienlijk vergroten. Het feit dat de bullbar geen scherpe onderdelen had, doet daar volgens het hof niets aan af. De afmetingen en de hardheid van de constructie kunnen al voldoende risico’s opleveren.
Botsveiligheid in gevaar
Het hof benadrukte dat een bullbar de werking van de kreukelzone kan beïnvloeden, waardoor de botsveiligheid van het voertuig vermindert. Daarmee vergroot de voorziening de kans op letsel bij een aanrijding.
De beslissing van de kantonrechter, die de boete eerder al in stand hield, is door het hof bevestigd. Het verzoek van de chauffeur om proceskostenvergoeding werd afgewezen.
