HAARLEM – De provincie Noord-Holland investeert ruim €4 miljoen extra per jaar om het openbaar busvervoer in de provincie op peil te houden en op een aantal plekken uit te breiden. Daarmee wil de provincie voorkomen dat buslijnen verdwijnen of de frequentie omlaaggaat.
De extra investering is nodig vanwege de lagere rijksbijdrage, achterblijvende reizigersaantallen en stijgende kosten bij vervoerders. De provincie heeft daarom nieuwe financiële afspraken gemaakt met vervoerder Transdev (Connexxion) die het busvervoer in de drie ov-gebieden van de provincie – Gooi & Vechtstreek, Haarlem IJmond en Noord-Holland Noord – verzorgt.
Extra middelen om aanbod busvervoer te behouden
Een structurele bijdrage van € 2,4 miljoen per jaar wordt ingezet om de daling in de rijksbijdrage voor de ov-studentenkaart op te vangen. Daarnaast gaat er € 1,8 miljoen per jaar naar de vervoerder Transdev (Connexxion) om de teruglopende reizigersinkomsten te compenseren en het bestaande aanbod van busvervoer te behouden. Dankzij deze inzet blijven buslijnen in stand en worden dienstregelingen op sommige plekken zelfs uitgebreid.
Gedeputeerde Jeroen Olthof: “Iedere Noord-Hollander moet toegang houden tot goed en betrouwbaar ov, of je nu in de stad woont of in een kleiner dorp. Met deze investeringen zorgen we daarvoor, ondanks de landelijke bezuinigingen.”
Investeren in personeel: chauffeurs cruciaal voor groei ov
Een belangrijk knelpunt is het aanhoudende tekort aan buschauffeurs. Transdev investeert fors in werving en opleiding van nieuwe chauffeurs, waarbij inmiddels alle opleidingskosten worden vergoed. Dit is een verschil met eerdere jaren. Dankzij deze inzet stijgt het aantal beschikbare chauffeurs weer licht, waardoor uitbreiding van de dienstregeling mogelijk wordt.
Jeroen Olthof: “Buschauffeurs zijn het kloppend hart van het ov. Zonder hen geen dienstregeling. Wij steunen de inzet van Transdev om mensen op te leiden en het beroep aantrekkelijker te maken. Dat hierdoor hun kosten stijgen, mag niet ten koste gaan van de betaalbaarheid van een kaartje of van de hoeveelheid bussen die rijdt.”
Dienstregeling uitgebreid
In de concessiegebieden Haarlem IJmond en de Gooi & Vechtstreek is afgesproken dat het aantal uren dat de bus rijdt vanaf september wordt uitgebreid, omdat het aanbod in die gebieden na corona erg is teruggelopen. In Haarlem-IJmond groeit het aantal uren dat de bus rijdt van 300.000 naar 322.000 uur in 2025/2026. Daarmee zit het aantal uren op 94% van het niveau van voor corona. Een paar voorbeelden:
- Op lijn 3 wordt de dienstregeling uitgebreid zodat tussen Schalkwijk en Delftplein/Spaarne Gasthuis van maandag tot en met vrijdag binnen en buiten de spits een kwartierdienst rijdt.
- De Lijn 244 Beverwijk-Velserbroek- Haarlem-Amsterdam Zuid gaat weer rijden om de reizigersstroom naar Amsterdam Zuid beter te verdelen.
- Op lijn 382 wordt de dienstregeling uitgebreid. In de avonduren gaat de frequentie van 2x naar 4x per uur en op zaterdag overdag van 2x naar 4x per uur. Op zaterdag en zondag wordt in beide richtingen een vroege rit toegevoegd. Hier wordt vooral door forenzen gebruik van gemaakt.
In de Gooi en Vechtstreek stijgt het aanbod van 173.000 naar 193.000 uren in 2029. Daarmee komt de dienstregeling op 93% van het niveau van voor corona. Waar de extra bussen gaan rijden, wordt nog bekeken.
In Noord-Holland Noord is de dienstregeling al op het niveau van 94% ten opzichte van het niveau voor corona.
Andere ov-oplossingen
Daarnaast worden er gerichte verbeteringen doorgevoerd. Zo gaat lijn 350 (Leeuwarden–Alkmaar) van 1 naar 2 keer per uur. Op diverse locaties worden ook andere ov-oplossingen ingevoerd zoals vraag gestuurd OV rondom de Vechtplassen en in Ankeveen en de pendeldienst van P+R Muiden naar het Muiderslot (de Muiderslotexpress).
Monitoring financiën
De provincie en Transdev hebben afgesproken om de inkomsten en kostenontwikkeling elk kwartaal te monitoren. Mochten de reizigersaantallen toch aantrekken of het Rijk alsnog extra bijdragen leveren, dan wordt de provinciale bijdrage aangepast.
Jeroen Olthof: “De uitdagingen in het ov zijn niet opeens weg, maar met deze aanpak blijft het ov in Noord-Holland bereikbaar én flexibel. De komende jaren werken we verder toe naar het nieuwe systeem van openbaar vervoer, waarin ook ruimte is voor innovatieve oplossingen en flexibel vervoer op maat.”