DEN HAAG – Het vertrouwen onder Nederlandse industriële producenten is in mei verder gedaald. Volgens het CBS kwam het producentenvertrouwen uit op -3,9, tegenover -3,3 in april. Vooral de verwachtingen over de toekomstige productie zijn verslechterd.
Met dit nieuwe cijfer ligt het vertrouwen opnieuw onder het langjarig gemiddelde van -1,3. Het producentenvertrouwen piekte in oktober 2021 op 10,4 en bereikte een dieptepunt van -31,5 tijdens de coronacrisis in april 2020.
Vooruitzichten productie verslechteren
Fabrikanten zijn in mei duidelijk minder positief over hun verwachte bedrijvigheid in de komende drie maanden. Ook het oordeel over de voorraden gereed product verslechterde. Alleen over de orderpositie waren producenten iets minder negatief dan een maand eerder.
Toch verwacht nog altijd een groter deel van de fabrikanten een productietoename dan een afname. De andere twee deelindicatoren – voorraden en orderportefeuille – blijven echter stevig in de min.
Negatief sentiment in alle branches
In alle industriële branches was het vertrouwen in mei negatief. De olie- en chemische industrie was het somberst, met een score van -9,2. De transportmiddelenindustrie – waar ook de maakindustrie voor trucks, trailers en onderdelen onder valt – kwam uit op -2,2, een lichte verbetering ten opzichte van april (-5,3), maar nog altijd ruim onder het nulpunt dat optimisme van pessimisme scheidt.
Ook de metaalindustrie (inclusief basismetaal en metaalproducten) bleef in de min met -4,5, net als de elektrotechnische sector met -3,6. Alleen de hout- en bouwmaterialenbranche wist het verlies wat te beperken, met een score van -1,2.
Productie neemt licht toe in maart
Ondanks het dalende vertrouwen zag de Nederlandse industrie in maart nog een lichte productiestijging van 1,3 procent ten opzichte van maart 2024 (kalendergecorrigeerd). Seizoengecorrigeerd daalde de productie ten opzichte van februari echter met 0,6 procent.
De cijfers tonen aan dat de industrie zich in een onzekere fase bevindt: de recente opleving in productie gaat hand in hand met sombere verwachtingen voor de nabije toekomst.