DEN HAAG – De NAM moet honderden miljoenen bijdragen aan de schadeafhandeling en versterkingsoperatie in Groningen. Dat heeft de rechter beslist in een tussenuitspraak, in de rechtszaak die het gaswinningsbedrijf begon om de heffingen aan te vechten. Energieminister Sophie Hermans (VVD) en staatssecretaris Eddie van Marum (Groningen, BBB) hebben de vonnissen in de rechtszaken hierover donderdag naar de Tweede Kamer verstuurd.
Volgens de rechter mag de staat ongeveer 73 procent van de kosten voor 2024 verhalen op de NAM. De heffing voor afhandeling van fysieke schade, immateriële schade, waardedalingsschade en de versterkingsoperatie bedraagt in dat jaar 1,35 miljard euro. Dit is een voorlopig bedrag, dat al wel “tijdig” betaald moet worden. De definitieve heffing volgt later. Het bedrag komt op de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken, dit ministerie gaat ook over de hersteloperatie.
Het zijn tussentijdse uitspraken in de zogenoemde ‘arbitragezaken’, aangespannen door de NAM en diens eigenaren Shell en ExxonMobil. De NAM betaalt al sinds 2020 minder mee aan het herstel dan wat de overheid bij hen in rekening brengt. Ook is er een conflict over compensatie voor het stoppen met de gaswinning. Shell en Exxon willen geld zien omdat de staat eerder is gestopt met het oppompen van gas dan oorspronkelijk de bedoeling was.
De NAM zegt de heffingen te bestuderen “en kan daar nu verder geen mededelingen over doen”, reageert een woordvoerder.
De definitieve uitspraak komt in het eerste kwartaal van 2026.




