DEN HAAG – Demissionair minister-president Dick Schoof is donderdagavond in aanvaring gekomen met de Tweede Kamer over extra geld voor Oekraïne. Een meerderheid wil volgend jaar 2 miljard euro extra steun aan de regering in Kyiv geven, maar Schoof wil daar pas bij de voorjaarsnota over praten.
Schoof benadrukte dat Nederland veel steun geeft aan Oekraïne. “Veel meer dan andere landen.” Het kabinet benadrukt al langer dat zuidelijke EU-lidstaten meer moeten gaan doen. Als Nederland toch extra geld geeft, zou dat er volgens de premier “toe kunnen leiden dat anderen denken: dat heeft Nederland alweer gedaan en dat hoeven wij niet te doen”.
Dat standpunt viel slecht in de Kamer. “Nederland moet zich niet laten afleiden door klaplopers en zelf zijn morele koers trekken”, reageerde Derk Boswijk (CDA). Een opmerking van hem over een boekhoudersmentaliteit viel slecht bij Schoof. Hanneke van der Werf (D66) “betwijfelt zeer” dat andere landen meer gaan doen als Nederland minder steun geeft.
Jesse Klaver (GroenLinks-PvdA) kwam een dag eerder met de motie. Hij wil extra hulp omdat geld voor 2026 naar voren is gehaald en dit jaar al is uitgegeven. “De noden zijn groot in Oekraïne”, zei hij. Volgens Klaver hoeft het kabinet ook helemaal niet te wachten op de voorjaarsnota om het te regelen. “Het past niet om op dit onderwerp tegenover elkaar te staan”, aldus Klaver.
Uiteindelijk gaf Schoof wel toe. Als de Kamer de motie aanneemt, zal het kabinet gaan kijken hoe het in de begroting kan worden ingepast. Klaver vond de toezegging van de premier niet “ruimhartig”, maar nam er uiteindelijk genoegen mee. Volgens Schoof is er geen sprake van een “fundamentele tegenstelling” tussen kabinet en Kamer.
