ZWOLLE – De rechtbank Overijssel heeft bepaald dat een houtverwerkend bedrijf zijn vrachtwagens mag blijven laten rijden over een particuliere weg langs de woning van twee bewoners. Het echtpaar had de rechter gevraagd om de erfdienstbaarheid – het recht om de weg te gebruiken – op te heffen of aan te passen, omdat zij naar eigen zeggen overlast ervaren van zwaar vrachtverkeer. De rechtbank wees dat verzoek af, maar verplicht het bedrijf wel om een deel van de weg te herstellen.
De weg wordt al sinds 1950 gebruikt door vrachtwagens die het terrein van het bedrijf bereiken. Door verjaring is daardoor een erfdienstbaarheid ontstaan. De bewoners stelden dat het gebruik van de weg sinds de jaren negentig aanzienlijk is toegenomen en zwaarder is geworden, waardoor sprake zou zijn van onvoorziene omstandigheden die een wijziging of opheffing rechtvaardigen.
Volgens de rechtbank hebben de bewoners echter onvoldoende aangetoond dat er sinds 1992 sprake is van een intensiever gebruik door zwaarder vrachtverkeer. Uit verklaringen blijkt dat er ook vóór 1992 al frequent zware vrachtwagens, waaronder houttransporten, gebruik maakten van de weg. Bovendien rijdt sinds 2022 een groot deel van het vrachtverkeer via een achteringang van het bedrijf.
Wel moet het bedrijf het nog niet herstelde deel van de weg – ongeveer veertig meter lang – aanpakken. De rechtbank verwijst daarbij naar eerdere afspraken en naar de wettelijke onderhoudsplicht. Binnen drie maanden moet het deel worden hersteld door de verzakkingen te verhelpen en opnieuw te bestraten.
De bewoners zijn grotendeels in het ongelijk gesteld en moeten de proceskosten van ruim €3.600 betalen.
