TILBURG – Volgens een vandaag gepubliceerde uitspraak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat een transportbedrijf alsnog ruim €1.300 aan zijn voormalige boekhouder moet overmaken. Het bedrijf had vijf facturen, samen goed voor ruim €6.000, onbetaald gelaten omdat het meende dat de werkzaamheden al binnen een maandabonnement vielen.
Deels gelijk, deels ongelijk
De kantonrechter oordeelde dat slechts een deel van de facturen terecht was: zo moet het transportbedrijf betalen voor de jaarrekening 2021 en voor administratieve werkzaamheden in april 2024. Voor andere posten ontbrak volgens de rechter voldoende grond.
Tegenaanval afgeslagen
Het transportbedrijf probeerde de boekhouder juist aansprakelijk te stellen voor gebrekkige administratie over 2022, die volgens een nieuwe accountant tot extra kosten en mogelijk een boete van de Belastingdienst zou leiden. De rechter ging daar niet in mee: de ondernemer had zelf stukken niet of te laat aangeleverd, waardoor een tekortkoming van de boekhouder niet is bewezen.
Kosten voor de ondernemer
Alles bij elkaar moet het transportbedrijf €1.345,86 plus rente en €201,88 incassokosten betalen. Daarnaast draait de ondernemer op voor ruim €300 aan proceskosten.
De zaak laat zien hoe belangrijk het is voor ondernemers in de transportsector om duidelijke afspraken te maken met hun boekhouder over werkzaamheden die wel of niet binnen een abonnement vallen.