ALMELO – Een ondernemer die in juli 2023 een vrachtwagen met oplegger huurde van een andere transportonderneming, moet alsnog de openstaande huurkosten én een reeks verkeersboetes betalen. Dat heeft de kantonrechter in Almelo geoordeeld. De huurprijs werd echter niet volledig toegewezen: in plaats van de gevraagde € 3.000 per maand gaat de rechter uit van een lagere weekhuur van € 750.
De zaak draaide om een geschil tussen een verhuurbedrijf van (race)voertuigen en een autobedrijf dat tijdelijk een vrachtwagen met oplegger huurde. De verhuurder stelde dat was afgesproken dat de vrachtwagen voor een vaste maandprijs zou worden gehuurd, terwijl de huurder betoogde dat slechts per week werd gerekend en dat de huur eerder werd beëindigd vanwege problemen onderweg.
Geschil over afgesproken huurtermijn
Volgens de verhuurder zou er een vaste prijs van € 3.000 exclusief btw zijn overeengekomen voor vier weken. De huurder betwistte dit en voerde aan dat slechts sprake was van een verwachte huurtermijn van circa een maand, met een afgesproken tarief van € 750 per week. De vrachtwagen werd na 22 dagen al teruggebracht, mede vanwege meerdere verkeersboetes in België voor het ontbreken van een kilometerheffingregistratie (On Board Unit).
De rechter oordeelde dat niet is aangetoond dat er daadwerkelijk een niet-opzegbare maandhuur was afgesproken. Omdat beide partijen het eens zijn over het weektarief, rekent de rechter de huur op basis van de daadwerkelijke gebruiksperiode van 22 dagen. De toegekende huurprijs komt daarmee uit op ruim € 2.850 inclusief btw.
Verkeersboetes komen voor rekening huurder
Tijdens de huurperiode werd de vrachtwagen beboet voor onder andere te hard rijden, het rijden in een milieuzone en het ontbreken van de verplichte OBU in België. In totaal ging het om zeven boetes, waarvan er zes door de rechtbank zijn toegewezen, waaronder een verlaagde Belgische boete van € 800 voor de ontbrekende kilometerregistratie.
De rechter stelt dat het de verantwoordelijkheid van de huurder is om zich vooraf goed te informeren over de regelgeving in landen waar het voertuig wordt gebruikt. Het verweer dat de verhuurder daar ook een rol in had, werd verworpen.
Boetes, rente en incassokosten moeten worden betaald
De huurder moet naast de aangepaste huurprijs ook de verkeersboetes van in totaal € 1.411 betalen, plus rente en ruim € 550 aan buitengerechtelijke incassokosten. Ook de proceskosten van ruim € 1.000 komen voor rekening van de huurder.
Wel kreeg de verhuurder een tik op de vingers van de rechter voor het onvolledig aanleveren van bewijsstukken en onjuiste informatie tijdens de zitting. Daarom werd de procesvergoeding aan de zijde van de verhuurder beperkt tot één punt.
Vonnis uitvoerbaar bij voorraad
De uitspraak van 13 mei 2025 is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de verhuurder direct verdere invordering mag starten als er niet vrijwillig wordt betaald. De rechter wees het meerdere van de vordering af, waaronder een bedrag voor extra gereden kilometers dat volgens de rechter onvoldoende was onderbouwd.