DEN HAAG – Provincies krijgen in de toekomst weer de mogelijkheid om zelf een openbaarvervoerbedrijf op te richten. Dat volgt uit een nieuwe wet van de Kamerleden De Hoop (GL-PvdA) en Van Dijk (NSC), waar vakbond FNV Streekvervoer dinsdag verheugd op reageerde. Tot nu toe waren provincies verplicht het streekvervoer openbaar aan te besteden.
Volgens FNV betekent dit een historische kentering. “Eindelijk krijgen provincies weer de kans om het openbaar vervoer in publieke handen te nemen,” zegt Marijn van der Gaag, bestuurder FNV Streekvervoer. “Dat is goed nieuws voor reizigers én voor werknemers.”
Uitgeholde lijnen door aanbestedingen
De vakbond stelt dat het huidige aanbestedingssysteem vooral gevolgen had voor buslijnen met weinig reizigers. Niet-rendabele ritten werden geschrapt of ingekort, waardoor dorpen en kleine kernen hun busverbinding verloren. Provincies hadden daarbij nauwelijks grip op vervoerders die dienstregelingen wilden afschalen. Volgens FNV leidde dit niet alleen tot hogere kosten, maar ook tot minder passend openbaar vervoer.
Regie terug bij provincie
Met de nieuwe wet krijgen provincies de vrijheid om in te grijpen wanneer het aanbod kwetsbaar of onvoldoende is. Daarmee kan het OV weer in publieke handen komen als de markt tekortschiet. Van der Gaag benadrukt dat dit kansen biedt om de bereikbaarheid voor alle inwoners beter te garanderen en opnieuw te investeren in werknemers in het streekvervoer.
