DEN HAAG – Wat doen Nederlanders met een financiële meevaller? Volgens een nieuwe studie van het Centraal Planbureau (CPB) zou een gemiddeld huishouden 34 procent van een onverwachte extra maandinkomst direct uitgeven. Maar het gedrag verschilt sterk per huishouden: terwijl 14 procent van de mensen meer dan de helft meteen zou spenderen, zou 18 procent helemaal niets uitgeven.
De analyse is gebaseerd op gegevens uit de Household Finance and Consumption Survey (HFCS), een enquête van de Europese Centrale Bank. Hierin werd Nederlanders gevraagd hoe zij zouden omgaan met een onverwacht extra inkomen, bijvoorbeeld uit een loterij, bonus of belastingmeevaller.
Persoonlijke voorkeur belangrijker dan inkomen
Opvallend is dat de verschillen in bestedingsgedrag slechts beperkt samenhangen met klassiek economische factoren zoals inkomen, vermogen of arbeidsstatus. Persoonlijke voorkeuren, doelen, verwachtingen en eerdere ervaringen blijken minstens zo bepalend voor de vraag of een meevaller wordt uitgegeven of gespaard.
Er zijn wel enkele trends zichtbaar. Gepensioneerden blijken gemiddeld iets meer uit te geven dan werkenden. Huishoudens met lage inkomens of weinig spaargeld besteden een groter deel van een meevaller, terwijl huishoudens met schulden juist vaker kiezen voor het aflossen daarvan en minder consumeren.
Relevantie voor beleid en economie
De resultaten geven inzicht in hoe veranderingen in beschikbaar inkomen – bijvoorbeeld door loonstijgingen, fiscale veranderingen of overheidsmaatregelen – doorwerken in de economie. Als huishoudens onverwachte inkomens niet direct uitgeven, kan dit het effect van stimuleringsmaatregelen temperen.
Het CPB-onderzoek onderstreept daarmee het belang van gedragskennis in economisch beleid. Want hoewel “geld moet rollen” een bekend gezegde is, blijkt in de praktijk dat veel Nederlanders een inkomensmeevaller toch liever opzijzetten.