BRUSSEL – IRU verwelkomt het Industriële Actieplan van de Europese Commissie voor de Europese transportsector, met name de focus op stimulansen en betere toegang tot infrastructuur om commerciële wegvervoerders te ondersteunen bij de overstap naar emissievrije voertuigen. IRU blijft echter diep bezorgd over het gebrek aan technologische keuzemogelijkheden voor het wegvervoer – alleen batterij-elektrische technologie wordt gepromoot als schone oplossing – en over de mogelijke aankoopverplichtingen voor wagenparken van bedrijven.
Het Europese Actieplan schetst de routekaart om de automobielindustrie te ondersteunen bij de transitie naar schone, verbonden en steeds verder geautomatiseerde voertuigen.
IRU waardeert de pijler rond schone mobiliteit in het plan, waarin het belang wordt erkend van het creëren van de juiste randvoorwaarden voor de uitrol van elektrische voertuigen, samen met verschillende ondersteunende maatregelen. Tegelijkertijd baart het zorgen dat het plan batterij-elektrische voertuigen voorschrijft als de enige oplossing van de EU voor het vergroenen van het wegvervoer.
Raluca Marian, EU-directeur van IRU, zei: “CO₂-neutrale brandstoffen, hernieuwbare brandstoffen, biobrandstoffen en zelfs waterstof ontbreken in het EU-plan. Ondanks dat lidstaten wettelijk verplicht zijn infrastructuur voor waterstoftankstations te bouwen, lijkt het plan deze technologie niet serieus te nemen.”
“Onze conclusie wordt verder bevestigd door de recent gepubliceerde Clean Industrial Deal, waarin waterstof alleen wordt genoemd voor de luchtvaart en de scheepvaart. Kortom, de EU zet al haar kaarten op één optie: batterij-elektrische technologie,” voegde ze eraan toe.
CO₂-normen afstemmen op de realiteit
Hoewel het plan het gebrek aan randvoorwaarden erkent, zoals problemen met het elektriciteitsnet, heeft de Commissie nagelaten om een vroege herziening van de CO₂-normen voor zware voertuigen in te plannen. Zo’n herziening is nodig om het ambitieniveau voor de CO₂-reductie af te stemmen op de realiteit van de randvoorwaarden én om schone brandstoftechnologieën op te nemen.
Infrastructuur: Vooruitgang, maar nog steeds hiaten
IRU verwelkomt de focus van de Commissie op laadinfrastructuur, maar waarschuwt voor een eenzijdige focus op de implementatie van de Alternatieve Brandstoffen Infrastructuurverordening (AFIR). Het plan erkent weliswaar de noodzaak van laadmogelijkheden bij depots en hubs, maar biedt geen concrete oplossingen.
Op EU-niveau is 70 procent van het goederenvervoer regionaal en lokaal. Daarom is AFIR weliswaar noodzakelijk, maar biedt het niet de oplossingen die nodig zijn voor het merendeel van het zwaar wegtransport.
Een positief punt is dat IRU de erkenning van taxi’s en andere stedelijke wagenparken waardeert, evenals de verwijzing naar bussen en touringcars in de Mededeling over de vergroening van bedrijfswagenparken.
“Vervoerders hebben een alomvattende infrastructuurstrategie nodig die de laadinfrastructuur en tankinfrastructuur uitbreidt buiten het TEN-T-netwerk, om echte transportoperaties te ondersteunen,” zei Raluca Marian.
Positieve stappen met stimulansen, maar onzekerheid over aankoopverplichtingen blijft
IRU erkent de verwijzing in het plan naar gerichte stimulansen voor de vergroening van bedrijfswagenparken, wat de invoering van emissievrije zware voertuigen zou kunnen versnellen. De voorgestelde wijzigingen van de Eurovignette-richtlijn en herzieningen van de normen voor gewichten en afmetingen – die moeten zorgen voor een gelijke laadcapaciteit met dieselvoertuigen – zijn positieve stappen.
Bovendien zou het afstemmen van de implementatietermijnen voor het opnemen van opleggers onder de Eurovignette-richtlijn met bestaande regelgeving vervoerders de duidelijkheid geven die ze nodig hebben om met vertrouwen te plannen en te investeren.
De mededeling over de vergroening van bedrijfswagenparken bevat ook een welkome oproep aan de lidstaten om de overstap naar emissievrije voertuigen te stimuleren.
Toch blijft er onzekerheid bestaan over mogelijke aankoopverplichtingen voor bedrijfswagenparken. IRU blijft bezorgd dat elke verplichting die wordt opgelegd zonder voldoende financiële en regelgevende ondersteuning, een onevenredige last zou vormen voor commerciële vervoerders.
“Stimulansen en toegang tot laadinfrastructuur zijn voorwaarden voor een gezonde invoering van batterij-elektrische voertuigen, en we waarderen dat dit in het plan en de mededeling is opgenomen. Maar de dreiging van een ongezond element van vraagregulering zit er nog steeds in. De aangekondigde wetgeving over de vergroening van bedrijfswagenparken is een groot punt van zorg voor onze sector, omdat dit verplichte aankoopdoelstellingen zou kunnen introduceren. Zelfs als die verplichtingen bij verladers worden neergelegd – wat praktisch zeer lastig is – zal dit de markt verstoren en veel vervoerders uit de markt drukken,” zei Raluca Marian.
“We blijven ons dezelfde basisvraag stellen: Is het niet te vroeg om te praten over verplichte aankoopverplichtingen voor private vervoerders, terwijl het plan zelf de enorme tekorten aan randvoorwaarden erkent? We worden nog steeds geconfronteerd met deze dreiging, ondanks het ontbreken van bewijs dat de vraag niet vanzelf zal toenemen zodra de juiste randvoorwaarden zijn gecreëerd,” voegde ze eraan toe.
IRU zal blijven samenwerken met EU-beleidsmakers om ervoor te zorgen dat de behoeften van de commerciële wegvervoersector volledig worden weerspiegeld in het EU-regelgevings- en financieringskader.