BILTHOVEN – Het aantal mensen dat een longontsteking oploopt na een besmetting met legionellabacteriën in Nederland is in de afgelopen jaren flink toegenomen. Dat komt mogelijk door weersomstandigheden waardoor de bacteriën zich verder kunnen verspreiden, denkt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Vergrijzing kan ook een rol spelen.
In 2013 liepen 180 mensen een longontsteking op na een legionellabesmetting. In 2021 was dit opgelopen naar 555 mensen, dus een verdrievoudiging. In 2022 ging het om 484 gevallen.
Bij vochtig en bewolkt weer kunnen de bacteriën die legionella veroorzaken langer overleven in de lucht. “Vooral bij hevige regenval na een periode van warm en droog weer waren er pieken in het aantal meldingen te zien”, aldus het RIVM.
Symptomen
Het aantal Nederlanders dat in het buitenland legionella oploopt, is redelijk stabiel. Het schommelt al jaren rond de 150. De uitzondering was 2020, toen slechts 48 Nederlanders tijdens een bezoek aan het buitenland besmet raakten. Door de coronapandemie waren de grenzen in veel landen dicht.
Mensen die legionella oplopen, krijgen eerst last van hoofdpijn, spierpijn, koorts en diarree. Voor mensen onder de 40 jaar is een besmetting doorgaans niet gevaarlijk. Ouderen, rokers, mensen met longaandoeningen en mensen met een verzwakte weerstand kunnen ook een ernstige longontsteking krijgen, die dodelijk kan zijn. Dit wordt de veteranenziekte genoemd, omdat de ziekte in 1977 werd ontdekt na een uitbraak onder Amerikaanse oud-militairen.
Uitbraak eerder
In 1999 was er een grote uitbraak in Nederland, die begon bij bubbelbaden op de Westfriese Flora in het Noord-Hollandse Bovenkarspel. Meer dan tweehonderd mensen werden ernstig ziek en minstens 32 van hen overleden.