UTRECHT – Als de veestapel moet inkrimpen dreigen zeker 30.000 werknemers in de landbouwsector hun baan te verliezen. Dat meldt het CNV na een analyse. “Werknemers in de landbouw zijn de vergeten groep bij de stikstofplannen van minister Wiersma”, aldus de vakbond, die wil dat er een transitieplan komt.
Het CNV wil dat er in de plannen van Wiersma geld wordt gereserveerd, “zodat werknemers in de landbouwsector naar ander werk kunnen worden begeleid”. CNV-voorzitter Piet Fortuin noemt het zeer opvallend dat een minister van BBB-huize de medewerkers “negeert”. “De BBB is groot geworden door een vuist te maken voor de landbouw. Maar de minister heeft voor tienduizenden werknemers in de landbouwsector die straks hun baan verliezen, niets geregeld. Onbegrijpelijk.”
Een op de drie getroffen werknemers werkt volgens de vakbond in de primaire landbouwsectoren, zoals de dierhouderij. Twee op de drie werken in gerelateerde sectoren, zoals de agrarische dienstverlening, distributie, slachterijen en de veevoerindustrie.
Dunbevolkte regio’s
Volgens Fortuin gaat het om mensen die niet meteen zicht hebben op een nieuwe, passende baan. “Zij werken in dunbevolkte regio’s waar weinig perspectief is op nieuw werk. Een verhuizing naar de Randstad is ingrijpend en bovendien vaak onbetaalbaar.”
Land- en tuinbouworganisatie LTO Nederland zegt inzake deze kwestie volledig achter CNV te staan. “De Nederlandse veehouderij is van groot economisch belang en zorgt voor veel werkgelegenheid. Het is essentieel dat de veehouderij en haar werknemers daarom de erkenning en ondersteuning krijgen die ze verdienen.”
Slachterijen en chauffeurs
Hoeveel banen de sector in totaal telt, is volgens LTO lastig te zeggen. Dat komt doordat de betrokken werkgelegenheid zich niet beperkt tot mensen die bij de boer werken, maar bijvoorbeeld ook medewerkers van slachterijen en chauffeurs van veevoederbedrijven omvat.
LTO noemde de bewuste plannen van Wiersma eerder deze maand al “inhoudelijk niet te verdedigen en procesmatig teleurstellend”. “Met onze sector valt te praten over een uitweg uit de mestcrisis, ook als daar pijnlijke maatregelen voor nodig zijn, maar dan wél in samenhang met nieuw perspectief. Voor de korte termijn is dat perspectief echt keiharde noodzaak, als we willen voorkomen dat honderden boeren bankroet gaan.”