BRUSSEL – De International Road Transport Union (IRU) en de Europese Transportarbeidersfederatie (ETF) hebben de Europese Commissie dringend verzocht om meer duidelijkheid te scheppen over de toepassing van de detacheringsregels voor vrachtwagenchauffeurs binnen de EU.
In een gezamenlijke brief aan de nieuwe Eurocommissarissen Roxana Mînzatu (Sociale Rechten, Vaardigheden en Kwaliteitsbanen) en Apostolos Tzitzikostas (Duurzaam Transport en Toerisme) vragen de sociale partners om een gestandaardiseerde aanpak voor de informatievoorziening over loonbetalingen aan gedetacheerde chauffeurs.
Volgens IRU-directeur EU-belangenbehartiging Raluca Marian blijven werkgevers en werknemers drie jaar na inwerkingtreding van de detacheringsregels worstelen met de wirwar aan nationale regels. “Vijf jaar na de goedkeuring van het Mobiliteitspakket 1 is er nog steeds geen duidelijke uitleg over hoeveel een gedetacheerde chauffeur moet verdienen in elk land. Dat leidt tot juridische onzekerheid en oneerlijke concurrentie,” aldus Marian.
Het in 2020 aangenomen Mobiliteitspakket 1 is bedoeld om sociale standaarden in het wegvervoer te harmoniseren. Het bepaalt onder meer dat chauffeurs tijdens detachering recht hebben op ten minste het minimumloon van het gastland. Maar de daadwerkelijke uitvoering van deze regels hangt af van de duidelijkheid die lidstaten zelf bieden over hun loonstructuren.
Volgens IRU en ETF is die duidelijkheid er momenteel niet. Informatie is vaak verspreid over meerdere websites, moeilijk te vinden, onvolledig of niet actueel. Dat maakt naleving complex en kostbaar, vooral voor het midden- en kleinbedrijf in de sector.
De organisaties pleiten daarom voor:
- Een uniform sjabloon voor looninformatie, te publiceren op één centrale EU-website;
- Een looncalculator en richtlijntool op EU-niveau, die transportbedrijven helpt bij correcte toepassing van de regels.
“Zelfs voor gespecialiseerde adviseurs is het lastig om te berekenen wat een chauffeur precies moet verdienen. Voor kleinere bedrijven is dat praktisch onmogelijk zonder dure externe hulp”, stelt Marian.
Met een centraal en gebruiksvriendelijk systeem kunnen volgens IRU en ETF de werkomstandigheden worden verbeterd, de handhaving worden versterkt en de integriteit van de interne EU-markt worden gewaarborgd.
“Transportbedrijven worden nu onterecht gestraft vanwege onduidelijke regelgeving,” besluit Marian. “Er is dringend behoefte aan transparantie en een praktische oplossing vanuit Brussel.”