BRUSSEL – Het Europees Parlement heeft ingestemd met een verlenging van de tolvrijstelling voor zware zero-emissievoertuigen (HDV’s) onder de Eurovignet-richtlijn. De maatregel verlengt de huidige vrijstelling, die afloopt op 31 december 2025, tot 30 juni 2031. Daarmee krijgen vervoerders die investeren in schone voertuigtechnologie meer financiële zekerheid.
Brancheorganisatie IRU verwelkomt het besluit, maar benadrukt dat vrijwillige maatregelen niet voldoende zijn om de grootschalige inzet van zero-emissie vrachtwagens te versnellen.
Hoge kosten en gebrek aan eenheid binnen de EU
“Het Europees Parlement heeft een goed signaal gegeven aan de sector: het gebruik van zero-emissievoertuigen kan worden gestimuleerd,” aldus Raluca Marian, EU-directeur van IRU. “De verlenging geeft juridische zekerheid voor vervoerders, zeker nu deze voertuigen nog altijd twee tot drie keer zo duur zijn als dieselmodellen.”
Toch wijst IRU erop dat de toepassing niet uniform is, omdat lidstaten zelf mogen beslissen of ze de vrijstelling toepassen. Slechts enkele landen maken daar gebruik van, waardoor volgens de organisatie sprake is van een gebrek aan EU-brede consistentie.
IRU: breder pakket nodig
De internationale wegvervoerorganisatie pleit voor aanvullende maatregelen om de verduurzaming van de sector te versnellen:
- Gerichte herinvestering: CO₂-gerelateerde tolopbrengsten zouden tijdelijk verplicht terug moeten vloeien naar de verduurzaming van het wegtransport, in plaats van in algemene begrotingen te verdwijnen.
- Geen dubbele heffingen: Zodra het ETS II (emissiehandelssysteem voor wegverkeer) van kracht wordt, mogen lidstaten geen extra CO₂-heffingen opleggen.
- Ondersteuning CO₂-neutrale brandstoffen: Vrachtwagens die rijden op CO₂-neutrale vloeibare of gasvormige brandstoffen zouden ook moeten profiteren van substantiële tolreducties of vrijstellingen.
- Administratieve vereenvoudiging: Erkenning van CO₂-emissieklassen in de hele EU, gebaseerd op de registratie in het land van herkomst.
Oproep aan de Raad van de EU
Nu het Europees Parlement zijn steun heeft uitgesproken, dringt IRU erop aan dat ook de Raad van de Europese Unie de verlenging uiterlijk eind 2025 goedkeurt. Daarmee blijft de vrijstelling ononderbroken van kracht en kan de weg worden vrijgemaakt voor bredere maatregelen om de sector te verduurzamen.