DEN HAAG – Het Gerechtshof Den Haag heeft bepaald dat een transportondernemer terecht is aangeslagen voor het vervoeren en voorhanden hebben van zogenoemde designer fuel (Hantsynth) waarvoor geen accijns was betaald. Daarmee bekrachtigt het hof een eerdere uitspraak van de rechtbank.
Fraude met ‘omkatten’ van brandstof
Uit een FIOD-onderzoek bleek dat de ondernemer in 2016 meerdere transporten uitvoerde waarbij smeerolie uit België (Hantsynth) in Nederland werd afgeleverd als diesel of gasolie. Onderweg werden vrachtbrieven en ADR-borden op de tankwagens verwisseld, zodat de lading als reguliere brandstof werd gepresenteerd. Het product bestond volgens onderzoek grotendeels uit diesel en werd in Nederland verkocht als motorbrandstof.
De Belastingdienst legde een naheffingsaanslag op van bijna € 400.000 aan accijns, plus ruim € 6.500 aan voorraadheffing en € 71.500 belastingrente.
Ondernemer persoonlijk verantwoordelijk
De transporteur voerde in hoger beroep aan dat de aanslag aan zijn bedrijf opgelegd had moeten worden, omdat hij naar eigen zeggen slechts in opdracht handelde. Het hof verwierp dit verweer: de man was destijds bestuurder en enig aandeelhouder van het transportbedrijf en had de vrijheid om ritten te weigeren. Daarmee is hij persoonlijk verantwoordelijk voor de illegale transporten.
Juist tarief toegepast
Ook het bezwaar dat een verkeerd accijnstarief was toegepast, werd afgewezen. Het hof stelde vast dat de vervoerde Hantsynth grotendeels uit diesel bestond en ook daadwerkelijk als brandstof werd verkocht. Het accijnstarief voor gasolie/diesel is daarom terecht toegepast.
Geen dubbele bestraffing
De verdediging betoogde verder dat sprake was van een dubbele bestraffing, omdat de ondernemer ook strafrechtelijk is vervolgd. Volgens het hof is de naheffing echter een belastingmaatregel en geen straf, waardoor dit argument niet opgaat.
Uitspraak
Het hoger beroep werd ongegrond verklaard. De naheffingsaanslag en de belastingrente blijven in stand.