BERLIJN/FRANKFURT – Vier grote Duitse logistieke brancheorganisaties – BGL, BPEX, BWVL en DSLV – roepen in een open brief op tot het waarborgen van de onafhankelijkheid van de Duitse minimumlooncommissie. Ze waarschuwen dat politieke inmenging en te sterke verhogingen van het minimumloon de concurrentiepositie van logistieke bedrijven bedreigen, banen op het spel zetten en het sociaal draagvlak onder druk zetten.
In de brief, gericht aan zowel de leden van de commissie als aan politieke besluitvormers, benadrukken de organisaties dat het minimumloonbeleid de sociale dialoog moet ondersteunen en niet ondermijnen. Volgens de ondertekenaars moet de commissie zich baseren op economische realiteit, met oog voor de draagkracht van werkgevers.
Minimumloon moet productiviteit volgen
De logistieke organisaties onderstrepen dat zij het Duitse minimumloonmodel steunen als bescherming tegen uitbuiting en als waarborg voor eerlijke concurrentie. Maar sinds 2021 is het minimumloon met bijna 35 procent gestegen. Bij een verdere verhoging tot 15 euro zou dit oplopen tot bijna 58 procent – een toename die volgens de branche “niet meer in verhouding staat tot de algemene loonontwikkeling” en nauwelijks te compenseren is via hogere productiviteit of opbrengsten.
Met Duitsland als een van de landen met het hoogste minimumloon in Europa, stellen de organisaties dat verdere verhogingen de concurrentiepositie van vooral middelgrote logistieke ondernemingen ernstig zouden kunnen aantasten.
Dreiging van automatisering en verlies van werkgelegenheid
Een scherp stijgend minimumloon zou bedrijven ertoe kunnen aanzetten om handmatige arbeid sneller te vervangen door automatisering, met name voor functies met lage of geen opleiding. Daardoor komen juist in de logistiek veel banen in gevaar, terwijl omscholingsmogelijkheden voor deze groep vaak ontbreken. In de pakketbezorging heeft bijvoorbeeld zo’n 85 procent van de medewerkers geen afgeronde beroepsopleiding.
Volgens de ondertekenaars dreigt bovendien een afname van het aantal mensen dat kiest voor een opleiding, omdat een minimumloonstijging het financiële verschil met geschoolde arbeid verkleint.
Minder koopkracht, meer druk op overheidsfinanciën
Hoewel verhogingen van het minimumloon in theorie de koopkracht moeten versterken, leidt het in de praktijk vaak tot hogere kosten voor werkgevers, stijgende prijzen en een beperkt effect op het netto besteedbaar inkomen. Veel werknemers verliezen bij een loonsverhoging hun recht op toeslagen zoals huurtoeslag, waardoor ze er per saldo weinig op vooruitgaan. Volgens de sector zijn de brutolonen tussen 2017 en 2025 met 11 procent gestegen, maar het beschikbare inkomen slechts met 2,3 procent.
Oproep aan politiek en commissie
De vier organisaties doen in hun brief een dringende oproep:
- Laat de sociale partners vrij onderhandelen binnen de commissie zonder politieke druk.
- Verlaag in plaats daarvan de belasting- en premiedruk voor werknemers.
- Koppel de verhoging van het minimumloon aan de productiviteitsgroei.
- Verbeter de economische randvoorwaarden met investeringen in infrastructuur en minder administratieve lasten.
De brief is ondertekend door:
Prof. dr. Dirk Engelhardt (BGL)
Marten Bosselmann (BPEX)
Axel Plaß (DSLV)
Jochen Quick (BWVL)
De brief verschijnt op een moment dat de discussie over een mogelijke verhoging van het Duitse minimumloon tot 15 euro oplaait. De uitkomst van de commissie wordt in de komende weken verwacht.