GENÈVE – De mensenrechtenchef van de Verenigde Naties zegt bezorgd te zijn over de behandeling van migranten die worden uitgezet door de Amerikaanse autoriteiten. Volker Türk stelt dat het lot van 245 Venezolanen en 30 Salvadoranen die naar El Salvador zijn gestuurd, onduidelijk is.
De regering van president Donald Trump voert een streng migratiebeleid en heeft een beroep gedaan op een oorlogswet uit 1798 om mensen zonder tussenkomst van de rechter te kunnen verwijderen. Het mensenrechtenkantoor van de VN ontving informatie van familieleden en advocaten over ongeveer honderd Venezolanen die na hun uitzetting vermoedelijk zijn vastgezet in een beruchte gevangenis in El Salvador.
“De families waarmee we hebben gesproken, uitten een gevoel van totale machteloosheid tegenover wat er is gebeurd. Ze zijn pijnlijk getroffen door het feit dat hun familieleden worden bestempeld en behandeld als gewelddadige criminelen, zelfs terroristen, zonder enige gerechtelijke uitspraak over de geldigheid van de beschuldigingen tegen hen”, aldus de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten.
Uitgezette Venezolanen konden hun uitzetting niet aanvechten. “Deze situatie leidt tot ernstige zorgen over een breed scala aan rechten die fundamenteel zijn in zowel de Amerikaanse als de internationale wetgeving”, zegt Türk. Hij noemt onder meer bescherming tegen willekeurige detentie. Ook bestempelt hij de wijze waarop de uitzettingen plaatsvinden als “uiterst verontrustend”. Migranten zijn vastgeketend afgevoerd.