DEN HAAG – De Rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat een groente- en fruithandel een duurovereenkomst met een vaste vervoerder niet per direct had mogen beëindigen.
In het vonnis bepaalt de rechtbank dat sprake was van een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd en dat de opdrachtgever een opzegtermijn van één maand in acht had moeten nemen. Omdat dat niet is gebeurd, moet het groente- en fruitbedrijf een schadevergoeding van 15.275,56 euro betalen aan het transportbedrijf, plus rente en proceskosten.
Het transportbedrijf vervoerde al minimaal vijftien jaar groente en fruit voor de opdrachtgever binnen Nederland, met drie vaste vrachtwagencombinaties die fulltime voor deze klant reden. Hoewel er nooit een schriftelijke overeenkomst is gesloten, leidde de langdurige, bestendige samenwerking er volgens de rechtbank toe dat een duurovereenkomst was ontstaan.
Het transportbedrijf had bovendien zijn bedrijfsvoering op de klant afgestemd: drie vaste combinaties, chauffeurs in kleding van de opdrachtgever en opleggers met het logo van de groente- en fruithandel.
In oktober 2024 besloot de opdrachtgever over te stappen naar een andere vervoerder en de inzet van de combinaties in korte tijd af te bouwen. De vervoerder stelde dat een opzegtermijn van achttien maanden nodig was en vorderde ruim 3,3 ton aan schadevergoeding.
De rechtbank vindt zo’n lange termijn niet redelijk, maar oordeelt wel dat de opdrachtgever niet van de ene op de andere dag kon stoppen. Op basis van de gemiddelde omzet en kosten schat de rechtbank de gederfde winst over één maand op 15.275,56 euro.
De overige gevorderde schadeposten worden afgewezen, omdat die ook zouden zijn ontstaan als wél een redelijke opzegtermijn was gehanteerd.



