ROTTERDAM – In het onderzoek 26Gosport heeft het Openbaar Ministerie (OM) met een van de verdachten procesafspraken gemaakt. De inmiddels 61-jarige man wordt verdacht van het uitvoeren van meerdere drugstransporten en deelname aan een criminele organisatie.
Onderzoek 26Gosport is een omvangrijk onderzoek naar het op grote schaal in- en uitvoeren van harddrugs, waaronder heroïne, cocaïne en ketamine. De zaak begon in 2022, nadat berichten in EncroChat, Anom en SkyECC werden ontsleuteld. Meerdere personen werden sinds die tijd aangehouden, de verdachte die vandaag voor de rechter stond in mei 2024. Ze zouden zich in meer of mindere mate schuldig hebben gemaakt aan drugshandel, witwassen van grote geldbedragen en deelname aan een criminele organisatie. De strafzaak tegen de andere tien verdachten vindt naar verwachting begin 2026 plaats.
Verdenkingen
Uit meerdere berichten is wat het OM betreft duidelijk gebleken dat de 61-jarige verdachte samen met anderen betrokken was bij verschillende drugstransporten, onder meer naar het Verenigd Koninkrijk. Op basis van het berichtenverkeer stelt het OM vast dat de man een belangrijke uitvoerder was voor het logistieke proces van de organisatie. Zo had de man een prominente rol bij meerdere transporten, waarbij hij zich bezighield met de voorbereiding van de deklading, het ophalen en versturen van de deklading, het in ontvangst nemen van pakketten en het verstoppen van onder meer tientallen kilo’s cocaïne en heroïne. In tegenstelling tot de andere verdachten verdenkt het OM de man niet van witwassen.
Verleden
De verdachte is geen onbeschreven blad en in het verleden meerdere keren voor soortgelijke feiten veroordeeld. De offcier van justitie markeerde dat vandaag op zitting: “Deze veroordelingen hebben hem er kennelijk niet van weerhouden betrokken te zijn bij een crimineel netwerk en het opnieuw plegen van ernstige soortgelijke strafbare feiten. De maatschappelijke gevolgen van de internationale handel in verdovende middelen en witwassen zijn groot en het leidt tot ontwrichting van de samenleving. Om die reden staan er hoge straffen op. De verdachte heeft zich van deze maatschappelijke gevolgen niets aangetrokken en heeft slechts oog gehad voor zijn eigen financiële gewin.”
Procesafspraken
Gelet op de aard en ernst van de feiten en het strafrechtelijke verleden van de verdachte zou een eis van ruim boven de acht jaar gevangenisstraf normaal gesproken in de rede liggen. Het OM en de advocaat van de verdachte hebben eerder de mogelijkheid besproken van het maken van procesafspraken met betrekking tot de afdoening van de strafzaak.
Sinds een aantal jaar worden in sommige strafzaken afspraken gemaakt tussen het OM en de verdediging over onder andere de strafeis en de wijze van procederen. Deze afspraken kunnen ervoor zorgen dat de looptijd van een strafzaak in het belang van alle betrokkenen verkort wordt en dat is ook in deze strafzaak het geval.
Jarenlange gevangenisstraf
Het OM en de verdachte zijn onder meer overeen gekomen dat het OM in plaats van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van acht jaar een gevangenisstraf van vijf jaar en vier maanden eist. Ook zal het OM geen ontnemingsprocedure opstarten. De verdachte heeft op zijn beurt zijn onderzoekswensen ingetrokken en beide partijen hebben afgesproken niet in hoger beroep te gaan indien de strafoplegging door de rechtbank conform de overeenkomst plaatsvindt. De rechtbank doet naar verwachting later dt jaar uitspraak in de zaak.