MIDDELBURG – De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 5 juni 2025 een 39-jarige vrachtwagenchauffeur veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en een deels voorwaardelijke rijontzegging van twaalf maanden voor het veroorzaken van een dodelijk verkeersongeval op de Hondegemsweg bij Grijpskerke.

Het ongeval vond plaats op 20 maart 2023, toen de chauffeur met zijn beladen vrachtwagen uit de richting van Serooskerke kwam. Voor hem reed een andere vrachtwagen die bij een kruising stilstond om linksaf te slaan. De verdachte merkte dit voertuig te laat op en week uit naar de rijstrook voor het tegemoetkomende verkeer, waar hij frontaal botste met een personenauto. De bestuurder van die auto overleed ter plaatse.

Volgens de rechtbank heeft de chauffeur gedurende meerdere seconden zijn aandacht onvoldoende bij het verkeer gehad, ondanks dat de stilstaande vrachtwagen vanaf 263 meter zichtbaar was en er geen zichtbelemmeringen waren. Daarbij reed hij iets boven de toegestane snelheid van 80 km/u.

Uit forensisch onderzoek bleek dat er geen technische gebreken of omgevingsfactoren waren die het ongeval konden verklaren. Er was geen bewijs dat de chauffeur op dat moment met zijn mobiele telefoon bezig was.

De rechtbank oordeelde dat er sprake was van aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag, wat leidt tot schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet. Van belang is dat de verdachte beroepschauffeur is en bekend was met de route. Juist van een professioneel vrachtwagenchauffeur mag extra oplettendheid worden verwacht, aldus de rechtbank.

De rechtbank houdt ook rekening met het strafblad van de verdachte van 17 april 2025, waaruit blijkt dat hij eerder voor overtredingen van de Wegenverkeerswet met politie en justitie in aanraking is gekomen. De rechtbank heeft ingevolge artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht rekening gehouden met de beslissing van de politierechter van 18 juli 2023, waarbij aan verdachte een taakstraf is opgelegd.

De impact van het ongeval op de nabestaanden was groot. Tijdens de zitting werden emotionele slachtofferverklaringen voorgedragen. Ook de verdachte gaf aan diep geraakt te zijn door het ongeval. Hij is sindsdien onder behandeling bij een psycholoog en heeft zijn werk als vrachtwagenchauffeur neergelegd.

De officier van justitie had een voorwaardelijke gevangenisstraf geëist naast de maximale taakstraf, maar de rechtbank ging hier niet in mee. Gezien de persoonlijke omstandigheden, het tijdsverloop in de strafzaak en het feit dat verdachte oprecht spijt heeft betuigd, legde de rechtbank een onvoorwaardelijke taakstraf van 240 uur op, samen met een ontzegging van de rijbevoegdheid van één jaar, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De periode waarin het rijbewijs reeds was ingevorderd, wordt op de rijontzegging in mindering gebracht.

Vlak voor de zitting heeft alsnog mediation heeft plaatsgevonden tussen de verdachte en de weduwe van het slachtoffer. Dit contact was beider wens, maar liet lang op zich wachten door omstandigheden buiten hun invloed.