ROTTERDAM – De rechtbank Rotterdam heeft geoordeeld dat de eigenaar van het binnenvaartschip Perficio zijn aansprakelijkheid mag beperken voor schade die ontstond bij een aanvaring met een brug in België. De rechter wees daarbij een poging van de Vlaamse overheid af om de Nederlandse procedure stil te leggen ten gunste van een Belgische rechtszaak.
Op 29 juni 2023 voer het m.s. Perficio tegen de hefbrug bij Humbeek-Sas in België, waardoor aanzienlijke schade aan de brug ontstond. De Vlaamse Waterweg NV (DVW), beheerder van de brug, stelde het schip en haar eigenaren aansprakelijk. Kort daarna startte Perficio Shipping samen met haar verzekeraar EOC een zogenoemde beperkingsprocedure in Nederland. Daarmee proberen scheepseigenaren hun aansprakelijkheid financieel te beperken, op basis van het internationale CLNI-verdrag.
DVW begon enkele dagen later ook een civiele procedure in België, waarbij zij onder meer eiste dat de scheepseigenaar geen recht zou hebben op aansprakelijkheidsbeperking. Volgens DVW liep de Belgische zaak voor op de Nederlandse procedure en moest de Rotterdamse rechter daarom wachten met een oordeel (het zogeheten litispendentie-verweer). De rechtbank ging daar echter niet in mee: de beperkingsprocedure in Rotterdam was eerder gestart en vormt volgens de rechter het beginpunt van de daaropvolgende inhoudelijke procedure, de zogeheten renvooiprocedure.
De zaak in Rotterdam draaide uitsluitend om de vraag of de schade was veroorzaakt door opzet of bewuste roekeloosheid aan de kant van de scheepseigenaar of diens vertegenwoordigers. Alleen in dat geval zou er géén recht zijn op aansprakelijkheidsbeperking. De rechtbank concludeerde dat daarvan geen sprake is: er zijn geen aanwijzingen dat de aanvaring is veroorzaakt door bewust risicovol gedrag of opzet.
De rechter oordeelde bovendien dat het CLNI-verdrag voldoende duidelijke regels bevat en dat er geen aanvullend Belgisch of Nederlands recht nodig is voor de interpretatie ervan. Daarmee wijst de rechtbank ook het subsidiaire verzoek van DVW af om de zaak aan te houden totdat het Belgische deskundigenonderzoek van de Nautische Commissie volledig is afgerond.
Gevolg: Perficio Shipping en haar verzekeraar mogen de schadeclaim afhandelen binnen de grenzen van het door hen ingestelde beperkingsfonds. DVW is veroordeeld tot betaling van ruim €2.000 aan proceskosten.