DEN HAAG – De Nederlandse transportsector heeft in het tweede kwartaal van 2025 ruim 3 procent meer CO₂ uitgestoten dan in dezelfde periode vorig jaar. Dat blijkt uit voorlopige cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en RIVM/Emissieregistratie. De stijging komt vooral door hogere emissies in de luchtvaart en de zeevaart. De toegevoegde waarde van de transportsector bleef vrijwel gelijk.
Binnen de bredere mobiliteitssector – waaronder het wegverkeer – is juist een lichte daling van 2 procent zichtbaar. Dat komt doordat er minder diesel is verbruikt. Het aandeel van mobiliteit in de totale Nederlandse broeikasgasuitstoot bedroeg in het tweede kwartaal 22,7 procent, vrijwel gelijk aan een jaar eerder.
Industrie en landbouw omlaag, elektriciteitssector omhoog
De industrie, goed voor het grootste aandeel in de uitstoot (34,6 procent), stootte 8 procent minder broeikasgassen uit. Dit kwam vooral door een lager verbruik van aardgas, olieproducten en steenkool. Ook de landbouwsector (18,4 procent aandeel) kende een bescheiden daling van 2 procent, voornamelijk door minder gebruik van aardgas in warmtekrachtinstallaties.
In de elektriciteitssector ging de uitstoot juist omhoog: 9 procent meer dan in het tweede kwartaal van 2024. Nederland exporteerde meer elektriciteit en importeerde minder, waardoor er meer fossiele brandstoffen – vooral steenkool – werden ingezet. Het aandeel van de sector groeide van 13 naar bijna 15 procent.
Gebouwde omgeving profiteert van warmer weer
De gebouwde omgeving liet met een daling van 16,5 procent de sterkste afname zien. Door het warmere weer was er in april aanzienlijk minder aardgas nodig voor verwarming van woningen en gebouwen. Het aandeel van deze sector in de totale uitstoot daalde naar 6,4 procent.
Totale broeikasgasuitstoot lager
In totaal kwam de Nederlandse broeikasgasuitstoot in het tweede kwartaal uit op 31,5 megaton CO₂-equivalent, ruim 3 procent minder dan in dezelfde periode een jaar eerder. De CO₂-uitstoot volgens de nationale rekeningen – waarbij ook internationale lucht- en zeevaart wordt meegerekend – daalde zelfs met 4 procent. Het bruto binnenlands product groeide in dezelfde periode met 1,5 procent.
