MADRID – Spanje voert de druk op Israël op. Tankers met brandstof voor het Israëlische leger mogen straks niet meer aanmeren en vliegtuigen met defensiematerieel niet overvliegen. Wie rechtstreeks heeft deelgenomen aan de oorlog in Gaza mag Spanje niet meer in, kondigde premier Pedro Sánchez maandag aan.
De in totaal negen maatregelen moeten de Israëlische regering bewegen de bloedige strijd tegen Hamas in de Gazastrook te staken, hoopt Sánchez. Zijn land gaat het bestaande wapenembargo wettelijk vastleggen. De import van producten die zijn gemaakt in Israëlische nederzettingen in bezet gebied wordt verboden. Spanjaarden die in zulke nederzettingen hun land om consulaire hulp vragen, kunnen alleen nog rekenen op de allernoodzakelijkste assistentie.
Daarnaast schroeft Spanje de hulp aan de Palestijnse Autoriteit, het bestuursorgaan van de Palestijnen dat alleen op de Westelijke Jordaanoever wat te zeggen heeft, en VN-hulporganisatie UNRWA op. Het wil ook meer militairen sturen voor de grensbewakingsmissie van de Europese Unie aan de Egyptisch-Gazaanse grens.
‘Genocidale taal
De Gaza-oorlog komt neer op genocide tegen het Palestijnse volk, vindt Spanje al langer. Het land is vanouds een van de scherpste critici van Israël in de EU. Het ergert zich aan het uitblijven van EU-maatregelen, die steevast worden tegengehouden door trouwe Israël-bondgenoten als Duitsland en Tsjechië.
Israël reageerde meteen op de Spaanse aankondiging. Het noemt de sancties antisemitisch en doet ze af als een afleidingsmanoeuvre van een premier in het nauw.
Volker Türk, de mensenrechtenchef van de VN, hekelt ondertussen de “genocidale taal” die hoge Israëlische functionarissen “openlijk” zouden uitslaan. Ze “ontmenselijken Palestijnen”, zei hij.