DEN HAAG – Schiphol krijgt zijn natuurvergunning niet terug, ook al loopt er nog een hoger beroep tegen de vernietiging daarvan. Dat heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (RvS) donderdag besloten.
De rechter vernietigde de vergunning in juni. Na de vernietiging hoefde Schiphol het vliegverkeer niet direct te staken, maar de luchthaven vreesde juridische procedures. Om die te voorkomen, vroeg Schiphol de RvS de natuurvergunning te herstellen zolang er geen uitspraak is gedaan in het hoger beroep.
De rechter begrijpt dat Schiphol gebaat is bij rechtszekerheid. Maar op dit moment wordt er nog niet gehandhaafd op de vergunning, merkt de voorzieningenrechter van de RvS op in de uitspraak. Als daartoe wel wordt besloten, dan kan Schiphol in een procedure tegen dat besluit aanvoeren welke belangen worden geschaad.
De rechtbank in Den Haag vond de natuurvergunning van Schiphol, die in 2023 door de overheid was verstrekt, niet voldoende onderbouwd. Volgens de rechter had de toenmalige minister bijvoorbeeld goed moeten uitleggen dat de vergunning van het vliegveld geen schade aan de natuur veroorzaakt. Schiphol had ook een aantal boerenbedrijven opgekocht voor de benodigde stikstofruimte. De minister had moeten motiveren dat deze ruimte niet eerst nodig is voor het herstellen van natuur.
Schiphol en het kabinet besloten in beroep te gaan. Ook kijkt de overheid opnieuw naar de vergunningaanvraag. Het duurt waarschijnlijk nog een tijd voor er een uitspraak is in het hoger beroep. Schiphol verwachtte deze eerder pas eind volgend jaar.