ROTTERDAM – Olie- en gasconcern Shell stopt definitief met de bouw van zijn biobrandstoffenfabriek in Rotterdam. Het bedrijf stelt dat de bouwkosten te hoog zijn om te kunnen concurreren. Shell bouwde sinds 2022 aan de fabriek voor duurzamere vliegtuigbrandstoffen en hernieuwbare diesel, maar legde de werkzaamheden vorig jaar stil om te zoeken naar manieren om de kosten te verlagen.
“Dit was een moeilijke beslissing, maar wel de juiste. We willen onze investeringen richten op projecten die zowel waarde leveren voor onze klanten als voor onze aandeelhouders”, zegt Shell-bestuurder Machteld de Haan.
Volgens Shell vallen naast de hoge kosten voor zijn fabriek in Pernis ook de marktomstandigheden voor biobrandstoffen tegen. In 2024 deed het bedrijf al een afschrijving van ongeveer 800 miljoen dollar op de biobrandstoffenfabriek. Het is nog niet duidelijk hoeveel daar bovenop komt.
Hoge verwachtingen
Het is ook niet direct duidelijk of door het besluit van Shell banen verloren gaan. “De impact op banen is nu nog onzeker”, zegt een woordvoerder daarover. Toen het concern besloot de bouw stil te leggen, raakte dat aannemers en onderaannemers, maar geen vaste medewerkers van Shell.
Shell zegt nog altijd hoge verwachtingen te hebben van biobrandstoffen als oplossing voor verduurzaming van bijvoorbeeld de luchtvaart en scheepvaart. Nu verkoopt het Britse concern er al veel van. Ook stelt Shell dat Nederland een belangrijk land blijft voor zijn activiteiten.