UTRECHT – De rechtbank Midden-Nederland heeft het beroep van vijf omwonenden tegen de aanleg van vrachtwagenparkeerplaatsen aan de C. de Haasweg en P.C. Staalweg in Bilthoven ongegrond verklaard. Volgens de rechtbank zijn de bewoners geen belanghebbenden bij de verkeersbesluiten van de gemeente De Bilt en heeft het college hun bezwaren terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Het college van burgemeester en wethouders besloot op 1 maart 2024 om vrachtwagenparkeerplaatsen aan te wijzen en een parkeerverbodzone in te stellen op en rond het bedrijventerrein. De bewoners maakten bezwaar omdat zij vrezen voor geluidsoverlast door geparkeerde vrachtwagens, met name van draaiende motoren en koelinstallaties in de nachtelijke uren.
Geen individueel belang
De rechtbank oordeelt dat de afstand tussen de woningen en de parkeerplaatsen (ongeveer 90 meter) en de aanwezigheid van groen en bebouwing ertussen maakt dat er geen sprake is van een direct en individueel belang. De gestelde geluidsoverlast is bovendien niet met objectieve gegevens onderbouwd. Volgens de rechtbank onderscheiden de belangen van de bewoners zich daardoor niet voldoende van die van andere weggebruikers.
Dat de bewoners eerder in een onteigeningsprocedure bij de Hoge Raad wel als belanghebbenden zijn aangemerkt, maakt dit volgens de rechtbank niet anders. Het gaat hier om een andere besluitvormingsprocedure.
Geen schending hoorplicht
Ook het verwijt dat de gemeente de bewoners in bezwaar had moeten horen, treft geen doel. Omdat het bezwaar volgens de rechtbank kennelijk niet tot een ander besluit kon leiden, mocht het college afzien van een hoorzitting.
Uitspraak
Het beroep is daarmee ongegrond verklaard. Dat betekent dat de bewoners geen gelijk krijgen en het griffierecht niet wordt terugbetaald. Ook is er geen proceskostenvergoeding toegekend.
De bewoners kunnen nog in hoger beroep gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.