AMSTERDAM – De rechtbank Amsterdam heeft woensdag geoordeeld dat het GVB ernstig verwijtbaar heeft gehandeld in de zaak van een voormalige buschauffeur die jarenlang werd gestalkt door een ex-partner. Het handelen – of juist het nalaten daarvan – van de werkgever heeft er volgens de rechtbank mede toe geleid dat de arbeidsovereenkomst uiteindelijk door langdurige arbeidsongeschiktheid is beëindigd. Het GVB moet de oud-medewerkster een billijke vergoeding van 45.000 euro betalen.
Stalking tijdens werktijd
De buschauffeur, die sinds 2004 in dienst was, werd tussen 2017 en 2018 tijdens haar werk op GVB-terrein lastiggevallen door haar ex-partner, die destijds via een uitzendbureau bij het vervoerbedrijf werkte. Ondanks meldingen bij de centrale verkeersleiding (CCV) en meerdere aangiftes bij de politie, greep het GVB volgens de rechter onvoldoende in. Er werd geen onderzoek ingesteld, geen maatregelen genomen en de medewerkster kreeg onvoldoende ondersteuning bij het doen van aangifte.
De ex-partner werd in 2019 strafrechtelijk veroordeeld voor stalking. De gevolgen voor de buschauffeur waren groot: zij ontwikkelde een posttraumatische stressstoornis (PTSS), die door artsen is aangemerkt als beroepsziekte.
Re-integratie genegeerd
Ook bij de re-integratie schoot GVB tekort, oordeelt de rechtbank. Zo werd de chauffeur in 2019 tegen medisch advies in verplicht om als tramconducteur te werken. Na één dag viel zij hierdoor opnieuw volledig uit. Daarnaast stelde het UWV in 2020 vast dat GVB onvoldoende had meegewerkt aan de re-integratie.
Verder kregen de ingewikkelde loonstroken en gebrekkige communicatie van het GVB veel kritiek. De oud-buschauffeur leefde volgens de rechtbank onnodig in onzekerheid over haar inkomen en uitkeringen, omdat het bedrijf geen duidelijke uitleg gaf.
Billijke vergoeding
Hoewel de arbeidsongeschiktheid en PTSS niet direct aan het GVB te wijten zijn, vindt de rechtbank dat de werkgever de werkneemster veel te weinig heeft gesteund in een periode waarin zij bijzonder kwetsbaar was. “GVB heeft zich onvoldoende empathisch en proactief opgesteld,” aldus de kantonrechter.
De buschauffeur ontving al een transitievergoeding van ruim 36.000 euro en een aanvullende regeling op basis van de cao, waarmee zij 95 procent van haar laatste inkomen behoudt. De rechter kent daar nu een extra billijke vergoeding van 45.000 euro bovenop toe.
GVB moet daarnaast de proceskosten van ruim 1.200 euro betalen.